Binnen
de algemene mode-ontwikkelingen in de 20ste eeuw, zie je duidelijk, dat jongeren op een zeker moment niet meer meegaan
met de modeverandering van hun ouders.
Ze willen zelf kiezen.
Er
ontstaan
diverse jongerengroepen, met ieder hun eigen mode, hun eigen cultuur: hun eigen levensstijl.
Bij die eigen levenstijl, hoort dus ook een eigen
muziekstijl en kledingstijl.
De muziek en kleding zijn blijkbaar
onlosmakelijk verbonden geworden.
Ik heb enkele kleine passages van de vorige pagina:
'Mode door de eeuwen heen; de jongeren laten van zich horen' overgenomen, om een beetje een tijdlijn
voor ogen te krijgen/ houden.
Helemaal chronologisch zal het niet zijn, omdat bepaalde
stijlen ontstaan zijn vanuit een andere stijl of door de periode van een andere stijl heen lopen.
Ik ga toch proberen, het een beetje in fatsoen te
krijgen.
↑↑ In 1942 begint er een voorzichtige
verandering .
De Zazoustijl.
In Frankrijk ontstaat rond 1942 een stijl van kleden die Zazou genoemd
wordt ( in Amerika heet hun kledingstijl "Zoot-suit").
Deze stijl is ontworpen door jongeren die de oorlog beu zijn. Ze willen
met de oorlog niets te maken hebben. Ze dragen kleding waar de bezuinigingen niet aan te zien zijn. Jongemannen dragen
wijde pantalons, lange, licht getailleerde jasjes en leren schoenen met dikke leren zolen. De overhemden hebben hoge boorden
en de dassen een kleine knoop. De stijl is vrouwelijk van karakter.
↑↑Na de Tweede Wereldoorlog ontstaan er in Amerika een aantal
jongerengroepen. Het zijn de↑↓ Hells’ Angels en de Beatniks (de beatgeneratie). Later
zijn er ook de Rockers.
Wie zijn de Hells Angels?
De Hells Angels Motorcycle Club (HAMC) is
een besloten groep motorrijders. Ze zijn herkenbaar aan hun kleding, een mouwloos spijkerjack of een leren jack met daarop
diverse symbolen, en ze rijden op Harley Davidson-motoren. De Hells Angels-leden erkennen het formele gezag niet en
hanteren hun eigen regels. Daarbij schuwen ze het gebruik van geweld niet.
Iedere lokale afdeling
van de Hells Angels wordt chapter genoemd en moet verantwoording afleggen aan de hoofd-chapter in
Californië. Er zijn werelwijd zo'n 95 chapters en samen hebben deze clubs duizenden leden. Op
het embleem van de HAMC, een vleugel met een doodshoofd in de kleuren rood en wit, is in 1972 in de Verenigde Staten
patent aangevraagd. Dit embleem moet door alle chapters worden gevoerd. Het dragen van dit embleem zonder toestemming wordt
als een zware overtreding gezien.
De club werd opgericht in 1948 in San Bernardino,
in de Amerikaanse staat Californië. De eerste leden waren vooral oorlogsveteranen die zich afkeerden van de burgerlijke
normen en waarden. Zij hadden in Europa en Azië gevochten en zochten vrijheid en gevaar door in groepsverband motor te gaan
rijden op Harley Davidsons. Een aantal van hen had deel uit gemaakt van de 303rd bomb group
van de Amerikaanse 8th Air Force. Zij waren tijdens de Tweede Wereldoorlog gelegerd op basis Molesworth
in Engeland en hadden bombardementen uitgevoerd boven Duitsland. Nadat een B-17 Flying Fortress-bommenwerper
met de bijnaam Hell's Angels op 13 mei 1943 als eerste 25 bombardementsvluchten had voltooid, nam de hele bomb
group de bijnaam aan.
De Amsterdamse chapter is de belangrijkste
van de zes Nederlandse afdelingen van Hells Angels Holland. Curaçao is een aspirant-afdeling, een zogeheten prospect.
Sinds september 2004 wordt Hells Angels Holland geleid door de Molukker Daniel Unu Uneputty. De organisatie
heeft officieel als doelstelling "het organiseren van activiteiten voor jongeren en motorliefhebbers" en heeft zo'n 200 leden.
Hells
Angels Holland ontstond in Amsterdam-Oost als de brommerclub Kreidler Ploeg Oost van Willem van Boxtel. Hij is bekend
onder de naam 'Big Willem' en is vanaf 1978 president van de Hells Angels Amsterdam. In 2004 werd hij afgezet omdat
hij volgens zijn clubgenoten van plan was om in opdracht van vastgoedhandelaar Willem Endstra Heineken-ontvoerder
Willem Holleeder te vermoorden.
Eind jaren zestig nam de club de naam Hells Angels aan, zonder de
toestemming van de hoofd-chapter in San Bernardino. Op 28 oktober 1978 werd de club officieel erkend als Nederlandse chapter
van de Hells Angels. Hells Angels Holland werd door deskundigen als een van de meest invloedrijke en machtigste chapters
van Europa beschouwd.
Uit informatie van internationale politiediensten
en van enkele Nederlandse politieregio's blijkt dat Hells Angels Motorcycle Club de grootste motorclub ter wereld is. In 1995
werden de Angels voor het eerst omschreven als een crimineel netwerk. Dat gebeurde door de commissie-Van Traa, die onderzoek
deed naar de IRT-affaire.
De motorclub zou zich onder meer bezighouden met de productie van amfetaminen,
vrouwenhandel en handel in gestolen voertuigen.
De Centrale Recherche Informatiedienst CRI noemde de Hells Angels
in een studie zelfs "de tweede maffiaclub van de wereld".
Topcrimineel Sam Klepper was een prospect (aspirant-lid)
van de Amsterdamse Hells Angels. Na zijn liquidatie in 2000 werd hij postuum tot Hells Angel bevorderd. Tijdens
zijn begrafenis werd hij door honderden clubleden naar zijn graf begeleid.
Op 13 februari 2004 werden
drie Hells Angels van de Limburgse Nomads-chapter vermoord. Twaalf clubgenoten werden hiervoor tot
zes jaar celstraf veroordeeld. Drie anderen zijn vrijgesproken. Het OM, dat tegen veertien leden levenslang had
geëist, is in hoger beroep gegaan tegen de uitspraken.
Hoe zijn de Hippies ontstaan?
Zover ben ik nog niet; Hippies
waren er niet zomaar.
Er waren er die hun voor gingen.
De belangrijkste inspiratie voor de
Hippies was de Beat (Beatniks) generatie. De Beat generatie bestond uit schrijvers en dichters. De
belangrijkste beatniks waren Jack Kerouac, Allen Ginsberg en William Burroughs.
Ze werden genoemd naar analogie van de Russische spoetnikraketten. Ze ontmoeten elkaar in New York maar vestigen in San
Francisco in 1955. De Beatniks zijn tegen de koude oorlog en zijn ook de eerste die daar tegenin gaan. Ze zijn
ook tegen het materialisme van de Amerikaanse maatschappij. Die in de jaren vijftig al zeer welvarend is. De Beatniks houden
van Jazz en ze schrijven ook Jazz. Ze rookten ook marihuana en zochten naar de betekenis van het leven
Allen vond dit in het Boeddhisme.
De Beatniks reizen veel tussen San Francisco en New York. Jack Kerouac doet in het boek: On the road een verslag over
hun reizen.
Een Beatnik: De Beatniks ontwikkelen
zich in de jaren ’50 en zijn de voorlopers van de Hippies. Ze zijn vooral gericht op geestelijke ontwikkeling
en interesseren zich in Jazz en Poëzie. De kleding van de Beatnik is tegenwoordig moeilijk te omschrijven als bijzonder,
omdat wij nu gewend zijn aan dit soort kleding. De Beatnik van toen droeg t-shirts, kaki legerbroeken, blue jeans en legeroverhemden.
Sommigen dragen een alpinopet, anderen dragen Mexicaanse kledingstukken omdat Mexico een door Beatniks graag bezocht
land is. Ook de zonnebril voor buiten én binnen is zeer populair. Dat heeft men van bepaalde Jazzmusici overgenomen. Men wil
zich als Beatnik en Hipster onderscheiden van de grijze massa om zich als persoonlijkheid te manifesteren.
↑↑ Beatnik: Maynard G. Krebs,
hij wordt veel gezien als de
aanzetgever tot de
Hippiecultuur
Popmuziek
Van Wikipedia
Popmuziek is een afkorting van
'populaire muziek'. Het
is een verzamelnaam voor tal van stijlen
in de muziek. De gemeenschappelijke noemer hierbij is dat een breed publiek hier toegang toe heeft. In wezen is dat tegenwoordig
altijd het geval, maar in de tijd dat de term ontstond, laten we zeggen na 1945, was het nieuw dat muziek bereikbaar werd voor iedereen. Het kopen van of luisteren naar muziek was
vaak voorbehouden aan mensen die dat konden betalen.
De term 'Popmuziek' is dan ook nauw verbonden
met termen als Jeugdcultuur, Massacultuur en Commercie.
Popmuziek is te zien als een van de verworvenheden van de Nieuwe Cultuurbeleving na de Tweede Wereldoorlog, waarin cultuur gemeengoed werd voor iedereen, veroorzaakt
door verbetering en beschikbaarheid van de technologie.
Daarnaast gaf de economische impuls die in de jaren vijftig ontstond jongeren de gelegenheid consument te worden.
In de eerste jaren van de Popmuziek wordt zij
dan ook steeds meer de uitingsvorm voor jongeren. Muziekinstrumenten die in de Popmuziek worden gebruikt zijn
de elektrische gitaar, de basgitaar,
drums en de synthesizer.
Geschiedenis van de Popmuziek in
vogelvlucht
De jaren vijftig
Na de Jazz en Blues als mainstreamvarianten
ontstond in de jaren vijftig de Rock and Roll.
Dit is te zien als de eerste Popmuziek, zeker toen platenmaatschappijen hierin de 'high school'-variant sterk gingen
promoten. Chuck Berry speelde handig in op de veranderende
smaak door makkelijk consumeerbare Rock 'n'Roll-songs te maken.
In 1959 richtte Berry Gordy het
Motown-label op, startpunt voor vele
soulartiesten.
Een nieuw hoogtepunt in de Popmuziek werd zichtbaar
in de carrière van Elvis Presley, die voor
het eerst het medium televisie gebruikte als een
natuurlijk verlengde van het traditionele podium ( gestimuleerd door zijn manager ).
Zijn bekendheid en populariteit namen voordien ongekende
vormen aan. Het begrip Popidool was geboren.
Vanaf nu had de jeugd de Popmuzikant om zichzelf
aan te spiegelen en aan op te trekken.
De jaren zestig
De hausse van Elvis ging naadloos over in de
populariteit van The Beatles, waarmee het
zwaartepunt van de Popmuziek zich ook verplaatste van de Verenigde Staten naar Groot-Brittannië. In de Verenigde Staten werd gesproken over een Britse Invasie, een golf van Britse muziek die Amerikaanse bands en artiesten overschaduwde. Bands als The Monkees waren het antwoord op deze Britse golf. De enige Amerikaanse
band die tegen het tij in alsmaar populairder werd, waren the Beach Boys, die The Beatles in populariteit
evenaarden. Tussen de twee bands ontstond vanaf 1965 een creatieve concurrentiestrijd waarbij The Beatles het album Rubber
Soul uitbrachten en The Beach Boys reageerden
met Pet Sounds. Met deze albums werd een nieuwe richting in de Popmuziek ingeslagen; popmuziek werd een kunstvorm
waarin de mogelijkheden van de studio steeds meer werden benut en waarin albums in het vervolg meer waren dan verzamelingen
liedjes.
Eind jaren zestig werd het aanbod in de popmuziek
allengs diverser. Er werd veel geëxperimenteerd, mede door de verdere verfijning van de basgitaar en de elektrische gitaar.
Uitingsvorm hiervan was onder andere Jimi Hendrix.
Ook ging de Popmuziek op zoek naar haar extremen, zowel in stijl als levensstijl. Een populair voorbeeld daarvan is The Velvet
Underground. Er was een hausse aan singer-songwriters
waarvan Bob Dylan een bekend mannelijk voorbeeld
is en Janis Ian en Melanie zijn vrouwelijke tegenhangers.
Ook ontstonden toen de stijlen Rock (onder andere Steppenwolf, Rolling Stones,Rod Stewart en de
Faces) en Symfonische Rock en werd er flink geëxperimenteerd met nieuwe Jazzstijlen. Men kan zeggen dat in die jaren de Popmuziek
weer contact zocht met haar roots, de blues ( John Mayall's Bluesbreakers) en de Jazz ( Soft Machine )
en in sommige gevallen ook met de klassieke muziek ( Mike Oldfield, Frank Zappa).
De jaren zeventig
De eerste helft van de jaren zeventig stond onder
andere in het teken van de Glamrock of 'Glitterrock'.
Exponenten daarvan waren T.Rex met onder andere
Marc Bolan Davis Bowie,Roxy Music, The Sweet
en Gary Glitter.
Er ontwikkelt zich een hardere en muzikalere vorm
van de Rockmuziek. Deze stijl, Hardrock genaamd,
had zijn roots in de muziek van 60-er jaren bands als de Small Faces en Bluesbands als Fleetwoord Mac en The Allman
Brothers Band. Toonaangevende bands in dit genre
zijn Deep Purple en Led Zeppelin. Kenmerkend zijn de langere nummers waarin de virtuositeit van de bandleden ruim baan krijgt. Nummers
als Child in Time en Stairway to Heaven behoren
nu tot de klassieke muziek.
Eind jaren zeventig bestendigt de synthesizer zijn rol in de Popmuziek. Er ontstaan speciale bands
rond dit instrument ( Kraftwerk, Roxy Music met Brian Eno, die na een jaar bij Roxy Music solo ging, dus niet te verwarren
met Bryan Ferry) en het komt veel terug in de hitparades,
mede door de Disco. Dan is het al lang geen
schande meer om lange nummers te maken zonder tekst en dan ook nog goed te verkopen, zoals Pink Floyd geregeld liet zien. De invloeden van bands als Pink Floyd, Genesis en Rush bleven tot ver in de jaren tachtig en soms ook jaren negentig doorklinken
door ProgRockbands als Marillion (bekend van de single Kayleigh) en Porcupine Tree.
Naast het technisch geweld vestigt de Punk zich midden jaren zeventig aan het firmament. Origineel
bestond de punk al in de jaren zestig met onder andere Iggy Pop en the Stooges als bekendste voormannen. Ook de beginjaren zeventig kenden een Britse exponent van Punk in The Faces, even wild en hard, maar dan wel met onderlegde muzikanten waarvan
we de vijf leden terugvinden in verschillende prachtige Rockbands. Recht-toe-recht-aan muziek: ritme, drie akkoorden en wilde
bewegingen. Met de vorm in de jaren zeventig komt opnieuw een maatschappelijke beweging los. Anarchie en Punk worden één. De belangrijkste Punkgroep was de Sex Pistols die echter maar een kort leven beschoren was, van 1975 tot 1977.
De jaren tachtig
De muziek na de punk wordt wel New Wave genoemd, als de nieuwe golf. Deze benaming komt snel
echter synoniem te staan met de zwaar melancholische tegenhanger van de Punk, verwoord door Joy Division, The Cure, The
Smiths, Siouxie and the Banshees. Duran Duran
was een van de bands die de popmuziek mengde met een uitgekiend imago en toepasselijke videoclips.
Een andere, minder interessant voor de mainstream popzenders,
toch zeer populaire muziekrichting, Heavy Metal ,
ontstaat uit de Hardrock, als een overtreffende
vorm daarvan. Deze muziekstijl breekt door na baanbrekend werk van immens populaire bands als Iron Maiden en Judas Priest. Qua tempo,
intensiteit en ruigheid vergelijkbaar met Punkmuziek, maar door de grotere muzikale klasse van de Heavy Metal muzikanten toch
van een heel andere orde. Daar waar Punkmuzikanten de muzikaliteit bewust verwaarlozen (protest?) leveren de Heavy Metal
bandleden, ook tijdens live optredens, muzikale hoogstandjes af.
Eind jaren tachtig ontstaan typische dansmuziekstijlen
die in later jaren een grote invloed laten gelden: Acid en House. De zware Techno Beat, een enorm volume
en drugs staan model voor tal van stijlen die in de jaren erna ontstaan. Ook de gitaar herleeft in de Noise en Grunge, vooral door de opkomst van Sonic Youth en de Pixies.
In de tweede helft van de jaren tachtig deed zich het
verschijnsel van de nostalgie voor, als reactie op de House en de muziek die met behulp van Computers
werd gemaakt. Deze hang naar muziek uit de jaren zestig en zeventig uitte zich in de vele sixties-revivals, de 'classic radio'-stations,
de televisieprogramma's over popartiesten uit het verleden (waarvan er velen weer gingen optreden) en de enorme verkoopresultaten
van verzamel-CD's van deze muzikanten.
Grote artiesten van de jaren 80 zijn onder andere 'King
of Pop' Michael Jackson en 'Queen of the Pop' Madonna.
De jaren negentig
De jaren negentig beginnen met het vervolg van de Grunge, een reactie tegen de oppervlakkige "maskarade-pop" uit jaren
'80. De stroming lokaliseert zich vooral in Seattle,
rondom de band Nirvana en haar charismatische
voorman Kurt Cobain. Deze band neemt stadsgenoten
als Pearl Jam en Soungarden mee in haar succes, en ook Janes Addiction en Faith No More worden bepalende
groepen binnen deze stroming. Het genre betekent echter ook de doodsteek voor de FM-Rock uit de jaren '80 ( Europe, Def Leppard ) en de demarcatie tussen verschillende stijlen binnen de popmuziek wordt almaar vager. Gedurende de jaren
negentig verplaatst het centrum van de rock zich naar Groot-Brittannië door de opkomst van de Britpop.
Met deze 'Beatlesmuziek in een nieuw jasje' worden vooral Oasis en Blur bekend.
Tegelijkertijd is er ook een wijd scala aan Hitparadepop.
In het begin van de jaren negentig wordt onder meer het Nederlandse 2 Unlimited en Italiaanse Cappella
hiermee bekend. Later weten ook onder meer boybands als Take That, Backstreet Boys en *NSYNC, de girlband The Spice Girls,
en Britney Spears voor Hypes te zorgen. Rond de
eeuwwisseling is het vooral een moderne variant van R&B en Hiphop, die de hitparades domineert,
aangevoerd door acts als Destiny's Child, R. Kelly, Dr. Dre en Eminem.
Op museaal gebied werden er over de hele wereld initiatieven
ondernomen. Zo werd op 1 september 1995 de Rock 'n Roll Hall of Fame in Cleveland, Ohio (VS), geopend door Yoko Ono. In Nederland
waren er de Stichting Popmuseum en de Rock 'n Art
Hall of Fame en in juli 2004 werd in Duitsland
in Gronau het Rock 'n Popmuseum van Udo Lindenberg
geopend.
Aan het eind van de jaren negentig ontstaat er een stroming
die geclassificeerd wordt als 'Post-Rock', als reactie
op de hardrock-revival in het begin van de jaren '90.
Een Rocker: De rockers zijn beïnvloed doordat er
een nieuwe muziekstijl ontstaat namelijk; De rock and roll. Deze is ontstaat in de vroege jaren ’50 en spreekt de jongeren
geweldig aan. De meeste popzangers zijn een soort sekssymbolen, met name Elvis Presley. Zijn uiterlijk en kleding hebben model
gestaan voor een hele generatie jongeren. Hij staat ook model voor de authentieke rock and roll zanger: gitzwart (eventueel
geverfd) kort haar met een kuif, lang en slank van postuur en vaak zwarte kleding dragend. De colberts zijn breed en lang.
Ze hebben een sjaalkraag vaak deels van fluweel en ook wel fluwelen manchetten. De broek is van het model kachelpijp en tamelijk
kort. Men draagt er meestal lichtgekleurde sokken bij en de bordeelsluiper, een suèdeschoen met dikke crêpezool, de trots
van elke rechtgeaarde rocker. De meisjes dragen geen specifieke rock and roll-kleding. Ze dragen de bekende, algemeen gedragen
kleding van eind jaren ’50: wijde rokken, tule petticoats eronder, truitjes of overhemdblouses. Een ander zeer populair
kledingstuk is de twinset. Samen met de lagen gekleurde petticoats, wijde katoenen rokken, de brede ceintuur en de queenies
(schoentjes met sterk gebogen hak) en de suède jasjes vormt het uniform van de moderne tiener.
Vanaf de jaren ’50 bepaalt voornamelijk muziek het kleedgedrag van vooral
de jongeren. De rock and roll is ontstaan in de vroege jaren ’50. Rock in zijn puurste vorm ontstaat in de vroege
jaren ’50 als een mengsel van country and western / hillbilly (blanke muziek) en rythm and blues (zwarte muziek): rockabilly.
Dit wordt ten slotte rock and roll, simpele muziek met een zware beat en eenvoudige, pakkende teksten. Rock and roll spreekt
de jongeren geweldig aan. Het slaat in als een bom. Eindelijk echte muziek. Geen sukkelige nummers, flauwe deuntjes, maar
opwindende muziek.De ouderen spreken er schande van. De meeste popzangers zijn een soort sekssymbolen,
met name Elvis Presley. Zijn uiterlijk en kleding hebben model gestaan voor een hele generatie jongeren. Hij staat ook model
voor de authentieke rock and roll-zanger: gitzwart (eventueel geverfd) kort haar met een kuif, lang en slank van postuur en
vaak zwarte kleding dragend. Het is het zwart van de eenzaat, de rebel, de mysterieuze vreemdeling. Het haar van de rockliefhebber
wordt gekamd in een enorme kuif en naar achteren vormt het een duck-tail, kippenkontje in het Nederlands. Colberts zijn
breed en lang. Ze hebben een reverkraag of sjaalkraag vaak deels van fluweel en ook wel fluwelen manchetten. De broek is van
het model kachelpijp en tamelijk kort. Men draagt er meestal lichtgekleurde sokken bij en de bordeelsluiper, een suèdeschoen
met dikke crêpezool, de trots van elke rechtgeaarde rocker. (‘Don’t you step on my blue suède shoes’ waarschuwt
ook Elvis in één van zijn grootste hits.) De meisjes dragen geen specifieke rock and roll-kleding. Ze dragen de bekende,
algemeen gedragen kleding van eind jaren ’50: wijde rokken, tule petticoats eronder, truitjes of overhemdblouses. Het
haar wordt gedragen in een paardestaart in allerlei vormen. Eind jaren ’50 en begin jaren ’60 komt de suikerspin:
opgestoken, tegengekamd haar. Het korte jaar in plukjes blijft ook gedurende de gehele jaren ’50 in de mode. Dit kapsel
geldt als zeer artistiek. Vooral in combinatie met een, liefst paarsgetinte, zakjurk. Een ander zeer populair kledingstuk
is het twinset. Eind jaren ’50 komt het op de markt in pasteltinten. Samen met de lagen gekleurde petticoats, wijde
katoenen rokken, de brede ceintuur en de queenies (schoentjes met sterk gebogen hak) en de suède jasjes vormt het uniform
van de moderne tiener. Tegen het einde van de jaren ’50 is de rock ’n roll vercommercialiseerd en acceptabeler
voor de massa, romantische rockers voeren de boventoon. Het is de tijd van de Amerikaanse high school-stijl.
Italiaanse invloed. Eind jaren ’50 wordt de Italiaanse invloed op
modegebied merkbaar. Jongeren gaan schoenen dragen met steeds puntiger neuzen. De damesschoenen zien er uit als gevaarlijke
wapens. Zeer spitse tenen en stilettohakken. Allerlei Italiaanse elementen dringen door in de mannenmode. Vooral bij een
groep Engelse jongeren. Zij gaan gekleed in wollen truien met polokraag, parka’s, de desertshoes (schoen van beige suède
met dunne zool) en een kapsel in Italiaanse stijl. Ze worden de Mods genoemd. Ze worden afgeschilderd als de losgeslagen jeugd.
De Mods luisteren het liefst naar obscure muziek, maar ook wel naar populaire zwarte zanggroepjes, dameszanggroepjes en
naar moderne Jazz. Begin jaren ’60 ontwikkeld deze voorkeur zich tot interesse in authentieke rythm and blues. Hiermee
staan we aan het begin van de enorme ontwikkeling op muziekgebied en jongerencultuur en vooral ook kleedgedrag van het midden
van de jaren ’60.
Een Ted(dy boy): De Teddy Boys werden opgevolgd
door de Mods, een beweging die het meest in de belangstelling stond aan het einde van de jaren '60, begin van de jaren '70
maar die toen als jeugdcultuur al over haar hoogtepunt heen was. De Mod-beweging was in het begin een erg obscure beweging,
die zich nogal elitair opstelde. Niet alleen voelden Mods zich beter dan wie dan ook, men kleedde zich in de duurste Italiaanse
kleding en reed rond op Vespa's en Lambretta's. Zie ook de hoes van Quadrophenia, met Sting als archetypische Mod. Hoewel
de oorsprong van de Mods zeer zeker lag in de arbeidersklasse in Engeland, sprak de stijl zeker ook jongeren uit de hogere
klassen aan, die zich als Mod toch konden afzetten tegen de oudere generatie. Maar toch waren de Mods meer acceptabel voor
de rest van de maatschappij dan de rockers. Zo zeer zelf, dat ze uitgroeiden tot eigenlijk de eerste jeugdcultuur die vercommercialiseerd
werd. Het was de perfecte mix tussen street-credibility en marketing-potential. De mode begon de strakke lijnen uit de Mod-kledingstijl
te vertonen, series als The Avengers waren erg 'Mod' en in de muziek klonk de sfeer ook door. In de jaren '90 is de invloed
opnieuw te zien. Op de hoes van de laatste Oasis-CD zijn zo een handvol Mod-verwijzingen aan te wijzen, The Avengers en The
Saint zijn weer in en in speelfilmvorm te bewonderen, et cetera. Het commerciële hoogtepunt van de Mod-cultuur is echter ook
het einde van de beweging als jeugdcultuur. De meelopers in de beweging gaven zich over aan de commercialiteit en genoten
van de herkenning en de aandacht. Een harde kern keerde zich hier echter van af. Deze kern, onderscheidde zich al door de
manier van kleden. Het elitaire had bij hen al plaats gemaakt voor simpelweg behoudend: zware Dr. Marten's schoenen, donkere
Levi's, bretels en kort, zeer kort haar. Inderdaad, uit deze groep zou de skinhead-beweging voortkomen.
Een Mod: Jongeren hebben zich altijd wel afgezet
tegen de oudere generatie, maar in Engeland was voor het eerst echt sprake van een jeugd subcultuur in de jaren '50, doen
Teddy Boys hun intrede deden. Niet zozeer als reactie tegen de oudere generatie, maar meer als reactie tegen het gehele ingeslapen
land, probeerden zij wat 'leven in de brouwerij te brengen'. Ironisch genoeg deden zij dit door zich te kleden volgens de
mode van de hogere klasse in het midden van de jaren '40, niet iets dat echt progressief genoemd kan worden.
Tot 1958 was er nauwelijks speciale mode voor jongeren. Deze groep werd
nauwelijks erkend. Maar nu verandert er iets: de jeugd wordt een aparte maatschappelijke groep, die nog een eigen manier van
leven, een eigen stijl moet ontwikkelen. De jeugd heeft behoefte aan idolen, waarin men zichzelf kan herkennen. Het verschijnsel
idool komt uit Amerika. James Dean is één van de eerste voorbeelden van een nieuw type mens met een eigen stijl van leven
en kleden. Jongeren voelen zich onbegrepen net als James Dean en ze kleden zich net als hij in spijkerbroek en slordig openstaand
hemd of slobbertrui. Een slungelige gang, ongelukkige blik en verward haar maken het compleet. James Dean heeft de jeans-rage
ontketend. Eerst werd de jeansbroek verworpen, later wordt hij gedragen door alle rangen en standen. Het model van de jeans
gaat met alle modes mee.
Voor de jongeren is kwaliteit niet erg van belang, omdat kleding niet duurzaam
hoeft te zijn. Hoe goedkoper en modieuzer hoe beter! Hierdoor ontstaat een nieuw soort winkel gericht naar de jongeren, de
boutique. Boutiques waren een rage in de jaren ’60.
De verkopers in de boutiques zijn van dezelfde leeftijd als het publiek
en er luidt popmuziek om de sfeer jong en dynamisch te maken. In de hoek van de winkel vind je ook nog een koffieshop.
De jeugd wil niet meer chique gekleed gaan, maar lekker gek. Door het kleedgedrag van de jongeren is de door
Parijs voorgeschreven vormgeving losgelaten. Men oriënteert zich op Londen waar tolerantie, zelfexpressie en erotiek voorop
staan.
De naam Rasta is een afkorting van het Rastafari gedachtegoed
dat Rasta’s aanhingen. Deze subcultuur is ontstaan in Jamaica in het begin van de twintigste eeuw. De Reggaemuziek ontwikkelde
zich in de jaren ’60. In Nederland was de Reggaemuziek in de jaren ’70 erg populair bij de hippies. In die tijd
bestonden de Rasta’s vooral uit zwarte jongeren van Creools-Surinaamse of Antilliaanse afkomst.
Uiterlijk. Rasta’s
waren vaak aan hun dreadlocks, vervilte in elkaar gedraaide strengetjes te herkennen. Volgens het Rastafari-geloof mochten
dreadlocks niet geknipt worden, niet iedereen hield zich hieraan. Rasta’s droegen vaak hoofddeksels zoals gehaakte,
ronde mutsen in Afrika kleuren of een beetje hogere petten, van leer, speciaal om rastaharen onder te wikkelen. Maar bedenk
wel dat je niet perse dreadlocks hoefden te hebben om bij de Rasta’s te horen, het Rasta zijn zat in de eerste plaats
van binnen. Rastakleding had de kleurencombinatie rood, geel en groen tegen een zwarte achtergrond of met een zwarte tekening
erop. Deze kleuren waren terug te vinden in veel Afrikaanse vlaggen, naar de roots van zwarte mensen en de hele mensheid.
Groen staat symbool voor de natuur van Afrika. Geel is het goud van Afrika. Rood is het bloed dat over Afrika vloeit. De juiste
volgorde was groen boven, dan geel en rood onder, omdat anders het bloed over Afrika blijft vloeien. Het zwart duidde op de
bevolking van Afrika. Rasta’s hielden ook ven legerkleding, bij voorkeur beige kaki. Ook droegen ze camouflagepetten,
-kleding en militaire laarzen. Deze legerkleding hoorde niet echt bij de rastacultuur, maar mensen in warme landen hielden
van militaire dingen. Als accessoires werden veel kralenkettingen en armbandjes gedragen, deze waren ook weer in de kleuren
groen, rood, geel en zwart.
Muziek. Reggae was dansmuziek met een vloeiend ritme. Dansen was belangrijk. Bekende reggaesterren
waren Bob Marley (en de Wailers), en Peter (Mclntosh) Tosh. De teksten van reggaemuziek gingen over God, de bijbel, de liefde,
het dagelijks leven in de getto’s, racisme en politiek. Op een aantal punten was reggae de voorloper voor latere ontwikkelingen
in de popmuziek. Voorlopers van het rappen in de hiphop waren het toasten (teksten zeggen) van dj’s bij de muziek en
het rubbadubben waarbij ritmische teksten werden ingesproken over muziek waaruit de zangstem was weggedraaid. Dj’s mixten
nummers met pick-ups. Ook de humanbeatbox (geluiden maken met je mond) werd in Jamaica ontwikkeld.
Denkbeelden en
leefwijze. Het Rastafari gedachtegoed was gebaseerd op de bijbel. Ethiopië werd vaak in de teksten genoemd. Ethiopië kwam
te staan voor Afrika, het stamland van de slaven op Jamaica. De zwarte mensen vormden hun eigen visie op de bijbel. Jamaicaanse
negerleider Marcus Garvey werken dit geloof in begin deze eeuw uit en legde een verband met de ontwikkeling van zwart bewust
zijn. Hij spande zich in voor de terug keer naar Afrika van alle zwarte mensen en geloofde in de komst van een zwarte Messias.
Men zag de Ethiopische prins Ras Tafari Makonnen als hun zwarte Messias, de latere keizer Haile Selassie. Hij gaf zijn naam
als prins aan het geloof en als keizer werd hij als afgezant van God op aarde vereerd. Hij noemde zichzelf “onoverwinnelijke
leeuw van de stam van Juda”, daardoor werd de leeuw een belangrijk rastasymbool. Rastafari bleef vooral op Jamaica een
geloof. In Europa was het meestal een soort spirituele levenshouding, waarin iedereen eigen keuzes kon maken en eigen accenten
kon leggen, zo kon je één worden met het goddelijke (Jah). Volgens de denkbeelden van rasta’s kon het paradijs bestaan,
als je er maar in geloofde. De blanke wereld heeft de negers veel leed aangedaan, zij hebben zich hierover nooit verontschuldigd.
De rastacultuur is tegen geweld, maar men moet zich wel bewust zijn van wie men is. Dat is je rootslijn. Rasta’s stonden
open voor de blanken “zwart en wit zijn twee polen, die elkaar niet meteen liggen, maar ze kunnen niet zonder elkaar…”
Rasta’s hebben respect voor alles en iedereen, “al wat leeft moet je geen kwaad doen.” Alle Rasta’s
houden van kinderen omdat zij de waarheid zeggen en wijs zijn. Rasta’s blijven vooral binnen, pas als er festivals
zijn komen zijn naar buiten. Behalve op festivals en in koffieshops troffen Rasta’s elkaar vooral in rastafari theehuizen.
In die theehuizen werd gepraat, naar reggaemuziek geluisterd, ook kon je er rubbadubben. Er werd gezond (itar) gegeten, vele
aten geen vlees en vooral geen varkensvlees. Bovendien was er marihuana of wiet (ganja) te koop. Door het blowen namen de
Rasta’s een relaxte houding aan, er werd niet of zelden alcohol gedronken. Rasta’s hoorden elkaar te helpen
als dat nodig was. Bij het begroeten brachten ze hun vuist naar het hart of sloegen de vuisten tegen elkaar, zo wensten ze
elkaar kracht en liefde. “Geloof in jezelf en in de rastacultuur”.
Vanaf circa 1964 komt de soulcultuur op. Soulkikkers
houden van soulmuziek, zwarte muziek uit Amerika. Deze groep leefde over het algemeen langs de andere culturen heen en maakten
als een van de enige (bijna) geen ruzie met andere groepen.
In 1965 word de prove opgericht in Amsterdam. Prove
is eigenlijk geen echte jongerencultuur, in die zin, dat een eigen muziekstijl ontbreekt, het was meer een ideologische beweging.
Wanneer deze beweging in 1967 ontbonden word, ontstaat als vanzelf de hippiecultuur. Als muziekstijl geven zij de voorkeur
aan rockmuziek, underground, folksongs en protestsongs
Hoe zijn de hippies ontstaan
Hippies waren er niet zomaar er waren
er die hun voor gingen.
De belangrijkste inspiratie voor de
hippies was de beat (beatniks) generatie, die in 1955 is ontstaan.
Een Hippie: Midden jaren ’60 is er een nieuwe
groep jongeren, de hippies. Tegenover de rebelse jongeren zijn de hippies erg vredelievend. “Love and peace” is
hun slogan. Ze noemen zichzelf de flowerchildren. Ze protesteren tegen het kapitalisme, tegen de consumptiemaatschappij, tegen
racisme en tegen de klassenmaatschappij. Ze propageren een alternatieve maatschappij. Hun kleding is oosters georiënteerd,
zoals ook hun muziek. Ze kleden zich uitheems en folkloristisch en het liefst dragen ze geen schoeisel. Hun garderobe bestaat
uit grote bedrukte omslagdoeken, lange gewaden, hoofdbanden, kralen en franjes. Het haar hoort lang te zijn. Het hippietijdperk
loopt ten einde begin jaren ’70.
Hippies “Alles was zo nieuw, zo sprankelend
en zo vol leven….. Je kon de zindering in de lucht heel sterk voelen. Zo veel mensen waren bezig met dingen anders te
doen.”
De naam “hippies” is overgenomen uit Amerika, waar de hippie beweging in 1965 ontstond in
Californie en New York. Tussen 1970 en 1975 trok de hippie cultuur zoveel jongeren aan dat zij verwaterde en mainstream werd.
Bij die stroom droegen de jongens en meisjes lang haar vaak tot over de schouders. De meeste hadden een lange pony of een
scheiding in het midden. De voorkeur ging uit naar steil haar. En ook “afro-kapsels” waren erg in. Zowel jongens
als meisjes kleurden hun haar vaak (oranje) rood met Henna. Ook lieten veel mannen een snor of een baard staan, dat deden
ze om niet te verwijfd te lijken met hun lange haren. In die tijd droegen de meisjes weinig of geen make-up. Bij feesten
en pop concerten zag je verscheidene hippies, vooral meisjes met kleurrijke bodypaint. Qua kleding zagen hippies er armoedig
uit en droegen vooral 2e handskleding. Ze hielden van vale verwassen T-shirts en versleten spijkerbroeken. Overhemden en grote
uitgezakte truien deden het ook heel goed. Aan de voeten droegen ze laarzen of sandalen. Vooral in 1970 kwamen de felle en
vrolijke kleuren meer in de mode. De stoffen waren effen of hadden een patroon zoals cirkels, spiralen of blokjesprint. Ook
droegen ze graag kleding met bloemetjes erop. Voor jongens waren er heupbroeken met uitlopende pijpen, overhemden jasjes en
dassen. Meisjes droegen vooral korte broeken en super korte rokjes en jurkjes. En de zonnebrillen met hele grote glazen. Later
kwamen de plateauzolen in. De meest kenmerkende hippie kleding was die in exotische stijl. Veel India kleding en veel enkel-
en armbanden en veel kettingen. Al snel vond je in Nederland veel van dit soort winkels waar ze zulke kleding verkochten. Hippies
hielden niet van luxe dingen, ze verafschuwde dure snelle auto’s. Alles moest het liefst zo goedkoop en zo zuinig mogelijk.
Met hun eigen vervoermiddel of liftend trokken ze over de hele wereld. Ze bleven vaak lang weg. Om zichzelf te bewijzen en
te leren kennen trokken velen er alleen op uit. Hippies hielden van psychedelische rock, een combinatie van rock, blues,
country en western, folk en indiaanse ragas. Deze muziek was eenvoudig van melodie en emotioneel. Ook oosterse muziek werd
veel beluisterd. Ze luisterden meestal samen naar muziek, mediteerde en blowden. Hippies zagen dansen als een vorm van zelfexpressie.
Ze gingen veel naar concerten die vaak in de openlucht plaats vonden daarbij ging het hun vooral om het samen zijn. Hippies
dronken vooral thee, geen smaakjes maar vooral kruidenthee alweer een kenmerk uit India. Ze aten vegetarisch zoals peulvruchten
en veel granen. Hippies wilden het liefst onbespoten eten en verbouwden de groenten vaak zelf. Hippies dronken niet of nauwelijks
alcohol. Een enkele keer wijn of tequilla. Hippies waren ook graag stoned. Dat lukte het beste met hasj en wiet. Blowen
hoorde er bij. Er gebeurde vaak ongelukken met te veel drugs. Omdat ze er ook veel mee experimenteerde. Hippies troffen
elkaar in cafés en jongerencentra en bij popconcerten. Ze waren veel buiten te vinden, zowel in de natuur als op straat. Vaak
woonden ze met anderen samen in één huis. Het interieur was vaak 2e hands en met oosterse accenten. En vaak veranderden ze
het. Ze waren een hechte groep, ze communiceerden veel met elkaar en deden nooit echt iemand kwaad. Je hoorde volgens
hen vriendelijk en gastvrij te zijn en veel samen te delen. Ze vonden het milieu erg belangrijk en hielden erg van de natuur.
In hun relatie hadden ze veel seks. De meesten hadden ernaast ook sexuele contacten met anderen. Veel relaties gingen daardoor
kapot. Hippies dachten heel laconiek over opvoeding dus het gebeurde regelmatig dat ze bewust of onbewust zwanger raakte en
kinderen kregen. Ze vonden het maar niets om eerst te studeren en daarna een burgerlijk bestaan te leiden. Je moest naast
je studie veel ruimte nemen voor andere dingen. Ze waren vaak kunstenaars of schilders of hadden meerdere baantjes.
De hippiemode. Midden jaren ’60 is er een nieuwe groep jongeren,
de hippies. Tegenover de rebelse jongeren zijn de hippies erg vredelievend. “Love and peace” is
hun slogan. Ze noemen zichzelf de flowerchildren. Ze protesteren tegen het kapitalisme, tegen de consumptiemaatschappij, tegen
racisme en tegen de klassenmaatschappij. Ze propageren een alternatieve maatschappij. Hun kleding is oosters georiënteerd.
Ze kleden zich uitheems en folkloristisch en het liefst dragen ze geen schoeisel. Hun garderobe bestaat uit grote bedrukte
omslagdoeken, lange gewaden, hoofdbanden, kralen en franjes. Het haar hoort lang te zijn. De hippiekleding inspireert
de maatschappij tot een nieuwe mode. De ontwerpers, geïnspireerd door de hippies, ontwerpen exotische kleding. Het hippietijdperk
loopt ten einde begin jaren ’70.
Een Punker: Punk is de nieuwste sensatie in het
straatbeeld na de hippie rage. Net als de hippies in de jaren ’60 walgen de punkers van de maatschappij, maar ze zijn
niet te vinden voor ‘love and peace’. Punk is anarchistisch en agressief en reflecteert woede en teleurstelling.
De punkers dragen het haar fel gekleurd, het staat met behulp van gel in stijve pieken, soms als een hanenkam omhoog en is
aan de zijkanten vaak weggeschoren. Ze dragen overwegend zwarte kleding met felle kleuraccenten en hun kleding is voorzien
van slordig geschilderde, agressieve slogans. Hun sieraden bestaan uit hondenhalsbanden, veiligheidsspelden door de neus en
oren en scheermesjes aan een kettinkje of een oor, en ze luisteren natuurlijk naar punkmuziek. Punk slaat aan en wordt voor
veel ontwerpers een grote inspiratie bron.
Sex Pistols / This is not a lovesong
Punkers “Chaos dat was wat je wou. s’Nachts
leven. Bier drinken, wanneer je wilde. Nooit meer naar je werk gaan. Leven om te leven. Muziek maken, omdat je muziek wilt
maken. Kunst omdat je kunst wilt maken.”
Punkmuziek ontstond in de Verenigde Staten als een poging de authentieke
underground van de jaren ’60 te doen herleven. Daar kreeg Punk ook zijn naam: “Punk” is slang voor straatschoffie,
wat paste bij het ongepolijsde geluid, gedrag en uiterlijk van de muziekanten. Deze muziek werd rond 1975 in Engeland opgepikt
door bands. Ongeveer in 1977 brak Punk ook door in Nederland. In Nederland werden studenten van de kunstacademie de eerste
punkers. Vrij snel breidde de aanhang uit met vaak veel jongere mensen. Haar was heel belangrijk voor punkers. Meerdere
stijlen waren mogelijk als het maar afwijkend was. Mensen hadden lokken, pieken, kleuren, delen kaal, getoupeerd haar. Dat
laatste kwam het meeste voor, zowel bij jongens als bij meisjes. Het opvallendste kapsel was wel de hanenkam. De kam zetten
deed je met zeep. Je haar was pas echt punk met een opvallend kleurtje. Meisjes hielden van een opvallende make-up. Lange
lijnen om de ogen, ook wel tekeningen in het gezicht. Met zwart. Om de ogen wel vaak wat extremere kleuren: roze, paars. Heel
veel met potlood werken. Randjes om je lippen, of helemaal zwarte lippen. Vooral je ogen moesten heel heftig. Zeker bij
concerten waren ook veel jongens in die stijl opgemaakt. Op kleding gebied deden punkers heel veel zelf. Ze kochten veel
bij de 2e hands winkel. Later kwamen er speciale winkeltjes voor punkers. Vele van hen versierden hun kleding met metaalwerk,
zoals studs, kettinkjes, buttons, kroonkurken, veiligheidsspelden en scheermesjes. Punkers droegen veel T-shirts maar die
werden wel aan de punkmode aangepast. Van de T-shirts gingen de mouwen eraf en de hals eruit. Ook broeken werden omgebouwd.
Een broek deden ze in een emmer met chloor en zo kregen ze aparte vlekken. Punkers droegen vaak zwarte spijkerbroeken van
het merk Lois. Ze moesten helemaal strak om je benen zitten en daarom werden de pijpen ingenomen. Elke Punker had wel een
zwart leren jack, die ze zelf versierde. Als schoeisel kozen veel punkers voor zwarte, puntige laarsjes, soms ook wel versleten
basketbal schoenen. Als accessoires waren met studs versierde leren riemen, halsbanden en polsbanden in de mode. Ze droegen
ook veel ringetjes en oorbellen. Sieraden werden veel zelf gemaakt. Veel punkers hadden piercings en niet alleen in oren.
Dat deden ze vaak zelf of bij elkaar. Tatoeages waren ook populair. Meestal zaten die op arm of schouder, maar er waren ook
veel punkers die tatoeages op hun vingers hadden. Dat deden ze ook vaak bij zichzelf en bij anderen. Punkers bekommerden zich
weinig om hun lichaamverzorging, ze wasten zich niet vaak en trokken zich niet veel aan van hygiëne. Vaak woonden ze in een
kraakpand en daar was geen warm water. Meisjes konden dezelfde kleding als jongens dragen, maar ze kozen ook vaak voor rokjes.
En het liefst heel strak, heel erg kort en van leer. Daaronder netpanty’s met gaten of roze, rode of groene panty’s.
Punkers moesten zich ook aan de “kledingcodes” houden, anders werden ze door andere Punkers als Hippies beschouwd.
Punkmuziek was hard en energiek en er zit geen melodie in. Bij het optreden is de act van de band erg belangrijk. De tekst
stelt niet veel voor maar dat is ook niet te bedoeling. Veel punkers zaten in een bandje. Bier was de drank voor de punkers
en ook jenever en wodka. Veel Punkers gebruikten ook drugs. Er werd veel geblowd en speed of heroïne was erg populair. In
veel leegstaande grote gebouwen woonden de Punkers samen. De meubels kwamen van de kringloop of het grofvuil. Punkers liepen
vaak mee met demonstraties en andere acties dat was één van hun dagelijkse bezigheden. Het verzet tegen de maatschappij was
sterk agressief. Het was de bedoeling dat je er extreem uitzag en je extreem gedroeg. De punk ideologie legde sterk de nadruk
op persoonlijke autonomie en individualisme.
Eind jaren 70: Punkers. De invloed van de punkers
begint merkbaar te worden in de mode. De hippies, alias de flowerchildren, zijn al lang uit het zicht verdwenen,
maar er zijn nieuwe jeugdgroepen ontstaan. Punk is de nieuwste sensatie in het straatbeeld. Net als de hippies in de
jaren ’60 walgen de punkers van de maatschappij, maar ze zijn niet te vinden voor ‘love and peace’. Punk
is anarchistisch en agressief en reflecteert woede en teleurstelling. De punkers dragen het haar fel gekleurd, het
staat met behulp van gel in stijve pieken, soms als een hanenkam omhoog en is aan de zijkanten vaak weggeschoren. Ze dragen
overwegend zwarte kleding met felle kleuraccenten en hun kleding is voorzien van slordig geschilderde, agressieve slogans.
Hun sieraden bestaan uit hondenhalsbanden, veiligheidsspelden door de neus en oren en scheermesjes aan een kettinkje of een
oor. Punk slaat aan en wordt voor veel ontwerpers een grote inspiratie bron. Jean-Paul Gaultier en Thierry Mugler worden
er in hoge maten door geïnspireerd.
Grunge: Grunge is een muziekstijl. Het is een commerciëlere,
Amerikaanse variant van punk die ontstaan is in de Verenigde Staten. Naast een strak akkoorden schema van grote eenvoud wordt
er erg gelet op melodie en een grote rol opzij gelegd voor de gitaar. Grunge is een variant van popmuziek, zeker omdat men
in de tijd van de grunge er ook 'grungy' uit kon zien: lang haar was toen vooral in de mode. Ze droegen spijkerbroeken.
Antimodes. Jongeren die niet met de massa mee willen gaan op zoek naar drachten
en kleedstijlen, waarin ze zichzelf ontdekken. Bijvoorbeeld een kleedstijl uit het verleden, een dracht van andere volkeren,
of beroepskleding. Dit zijn de zogenaamde antimodes of alternatieve stijlen. Deze kleding wordt op een geheel eigen manier
gedragen. Door het zoeken naar een eigen stijl verdwijnen ook de standenverschillen en er treedt een betrekkelijke gelijkheid
der seksen op. Deze antimodes veroorzaken een grote revolutie op het gebied van kleding.
Levi Strauss werd heel bekend door zijn mijnwerkersbroek in denim. Deze
broek kreeg een bovenstuk en de overall was ontstaan. Vanaf de jaren ’50 werden de spijkerbroeken uit de werkmanssfeer
door de jongeren gedragen. Deze kleding kan gecombineerd worden met andere stijlen om zo tot een eigen stijl te komen.
De gabbers: Gabbers zijn een zeer herkenbare groep
en hebben strikte regels in hun cultuur. Een hoofdpunt is dat zij hun haar zeer kort knippen of hun hoofd helemaal kaal scheren.
Buitenlanders verwarren hen vanwege dit uiterlijk vaak met neo-nazi's. Echte gabbers dragen trainingspakken, vaak van het
merk Australian. Een zogenaamd bomberjack (Amerikaans vliegeniers jack) behoort ook tot de kleding. Verder gouden kettingen
en sportschoenen van het merk Nike, liefst Nike Air Max. Gabbers dansen op een speciale manier op hun eigen muziek "Hardcore"
, niet te verwarren met Hardcore rock. Ze hebben ook hun eigen manier van dansen. Gabbers zijn nauw verbonden met een groep
van een paar jaar geleden, de Sjonnies en Anita's. Deze werden zo genoemd omdat deze namen typerend waren voor mensen die
tot deze groep behoorden. Ze droegen meestal ook trainingspakken en reden rond op hun scootertjes. Veel mensen beschouwden
hen als tuig vooral omdat ze er niet "netjes" uitzagen. De gabbergemeenschap is een party-gemeenschap.
Skinheads “Trots op je achtergrond, op je
land, dat hoort bij skins. Je eigen brood verdienen, werken, fun maken, je mond niet dicht houden.. Wij gaan ons niet zielig
voelen.”
Skinheads waren voor het eerst in 1968 in Engeland te zien. Ze kwamen volgens hen op voor de arbeiders
belangen. En vonden dat je hard moest werken voor je geld. Naast hun werk hielden ze zich bezig met bier drinken met andere
Skinheads, zich afzetten tegen de maatschappij, en voor zichzelf opkomen. Een kenmerk van Skinheads is hun kale kop, en daaraan
hebben ze ook de naam Skinheads te danken. De meisjes waren niet helemaal kaal, maar hadden een blonde pluk naar voren. Ze
hadden meestal kleding aan die op arbeiderskleding leek bijvoorbeeld grote stevige schoenen met stalen neuzen, grote spijkerbroeken
met je pijpen opgerold, grote T-shirts met bretels erover heen, het liefst heel smal en rood. Ook was legerkleding met legerkistjes
erg in. En vooral het bomberjack was heel populair. De verschillende kleuren veters in hun kisten, lieten zien bij welke groep
je hoorde. In Skinhead muziek stonden de teksten centraal en de teksten gingen over maatschappelijke problemen. Dansen deden
ze niet, alleen springen op het ritme en tegen elkaar aan duwen. Op concerten werd veel met bier gegooid en er werd veel gevochten
tijdens concerten. Dan gingen de verschillende groepen tegen elkaar vechten vaak vielen daar ook doden bij. Voetbal was de
sport van de Skinheads omdat het een echte arbeiders sport was. Er werd veel gedronken en drugs gebruikt zoals speed en coke.
Naar buiten toe leken Skinheads heel agressief maar binnen de groep zijn ze heel hecht. Er waren veel meer mannen dan vrouwen,
maar de vrouwen die er waren deden dan ook met alles mee.
Een Skinhead: De skinheads staan bekend als een
fascistische groep die vooral naar ska en reggea muziek luisteren. Het zijn meestal agressieve types uit de arbeidersmilieus
in de arme wijken. Ze willen geen genoegen nemen met uitzichtloze situaties en met hun gemillimeterde hoofden, tatoeages,
hoogwater broeken, bretels en dr. Martens boots shockeren en terroriseren zij hun omgeving.
Jongerengroepen met hun popmusici en de toename van de vrije tijd brengt
vernieuwing in de mannenmode. Engelse popgroepen zoals The Beatles en The Rolling Stones zijn toonaangevende voorbeelden
van de stimulans op de verandering in de mannenmode. Doordat de man meer vrije tijd heeft kan hij nu meer gemakkelijke
kleding dragen, zoals soepele jasjes en truitjes. Maar het traditionele kostuum is nog niet verdwenen. Het keurige pak waarmee
hij naar zijn werk gaat is niet meer hoekig en vierkant. De kleding is losser geworden. Er zijn ook nieuwe kledingstukken
zoals leren jasjes, vesten en anoraks. De stropdas wordt vervangen door een sjaal. Overhemden zijn halftransparant en gedessineerd.
Een New Waver: Ook voor vrouwen ontstaat er een
nieuwe look, namelijk de denimlook; er wordt nu veel met contraststiksels en fluwelenkraagjes gewerkt, daarmee is de jeans
helemaal terug: er zijn spijkerjacks, shorts en denimminirokjes. Hierbij draagt men sweatshirts en poloshirts, waarop provocerende
teksten en moderne art-reproducties staan. Het geheel word dan ook de Total New Wave Look genoemd.
Een Slacker: Een jongen die het helemaal zou kunnen
maken, als hij maar een beetje z'n best deed. Hij is niet dom, heeft z'n charme, en af en toe geeft hij te kennen dat hij
de wereld wil veroveren, maar dan heeft hij zijn ambities al weer gestild met een avondje op het terras zitten of wat rondhangen
in de stad.`` Slackers zijn geen losers. Het zijn mannen die bewust ambitieloos blijven. Onder het motto: ,,It's just plain
easier than trying.`` Slackers duiken steeds vaker op in Hollywoodproducties, vooral na het succes van The Big Lebowski, met
slacker Clerks in de hoofdrol.
Metalheads “Het was zo bruut gewoon, ik vond
het heerlijk”
Metal bestaat nu ongeveer 30 jaar en heeft zich van een kleine subcultuur tot een grote en ook
opvallende beweging ontwikkelt. De meest oorspronkelijke vorm is Heavy Metal, een vorm van hardrock, die aan het eind van
de jaren ‘60 begin jaren ’70 ontstond met bands als Deep purple en Led Zeppelin. Aan het eind van de jaren ’80
leek Metal enigszins in te zakken, omdat er toen allerlei verschillende vormen van ontwikkeld waren die zeer populair werden.
Een paar voorbeelden zijn Blackmetal dat rond het midden van de jaren ’80 ontstond en de zwaardere en nog agressievere
vorm daarvan: Death Metal in het begin van de jaren ’90. Ruig, agressief, hard, energiek, dynamisch en authentiek zijn
de trefwoorden voor zowel de muziek en de levensstijl. Metalheads vinden hun haar heel belangrijk en verzorgen het goed. Het
is lang en bijvoorkeur sluik en hoe meer hoe beter: volume wordt op prijs gesteld. Een snor en een baardje of duivelssik mag,
maar zonder kan ook. De kleding moet een ruige en onverschillige indruk maken: verscheurde broeken en T-shirts, long sleeves
met gaten in de ellebogen, mouwloze jacks of vesten van denim of leer, lange leren jassen of jacks en als schoeisel sportschoenen,
maar nu kisten, motorlaarzen of cowboylaarzen. Motorlaarzen worden soms aan de voorzijde voorzien van metalen platen. Zwart
is, zeker bij Death en Black Metal, de favoriete kleur maar ook blauwe of stonewashed jeans behoren nog steeds tot hun kledingstijl.
De broek, die ook van leer kan zijn heeft een strak of recht model, het shirt wordt er los overheen gedragen en daar overheen
een mouwloos vest. De basiskleur van de T-shirts en long sleeves is zwart en zowel voor- als achterzijde en mouwen hebben
prints van bands of choquerende plaatjes. De T-shirts worden vaak bij concerten gekocht. Tot een jaar of 5 geleden was een
spijkerjasje, met of zonder mouwen, en indien mouwloos meestal over het leren jack heen gedragen, een geliefd kledingstuk. Vrouwelijke
Metalheads dragen ongeveer hetzelfde als de jongens en daarnaast ook hele korte leren rokjes, strakke truitjes en bloesjes
of bustiers met metalen versieringen, netpanty’s en schoenen met hoge hakken en metalen stukjes erop. Het beeld is stoer
en sexy. Het ruige imago van Metalheads wordt vooral opgeroepen door de metalen versieringen op de kleding. Bovendien dragen
zowel jongens als meisjes zwartleren halsbanden en armbanden met metalen klinknagels. (Voor voorbeeld zie Rinsje 4 Havo) De
armbanden kunnen heel breed zijn en de arm van pols tot elleboog bedekken. Daarnaast dragen jongens en meisjes ook kettingen
om de hals en de taille of aan de riem met als hanger een omgekeerd kruis een pentagram of een ander symbool uit de sfeer
van zwarte magie en satanisme. Doods- en andere duivelsymboliek komen veelvuldig voor, ook in de tatoeages waarvan de meeste
Metalheads en wel 1 of meerder van hebben. Verdere accessoires zijn metalen ringen en oorbellen, en ook piercings, zowel in
wenkbrauw, onderlip, en neus als in tepel of navel. Jongens en vooral bandleden maken hun ogen vaak op met zwarte zware randen.
Voor meisjes is zware opmaak verplicht: het gezicht is wit, de lippenstift donker of fel rood met donkere randen, de wenkbrauwen
worden geaccentueerd en om de ogen worden zwarte raden gezet. Kenmerkend voor het geluid van Metal zijn het enorme volume,
de zware drums en bas met een heftige beat. Als er gezongen wordt is dat vaak krachtig en wordt er geschreeuwd en gekrijst.
Bij veel popconcerten gaan Metalheads helemaal uit hun dak, en zijn helemaal kapot daarna. Hun motto is: heel je leven lang
feesten. Ze dansen niet, ze headbangen alleen, op het ritme van de muziek hoofd en haren heen en weer zwaaien. En ritmisch
tegen elkaar opspringen en tegen elkaar opslaan. Ze drinken alleen maar bier en gooien daar ook mee. En er wordt ook wel eens
een joint gerookt. Ze houden altijd protesten tegen de samenleving door hun muziek.
Hey
Ivm de metalheads.
je stelt de metals
nogal negatief voor heb ik ondervonden.
Het is niet omdat je naar metal luistert bent of metalhead bent, dat je daarvoor
satanistisch bent. Velen zijn zelfs niet Satanistisch voor alle duidelijkheid en zeker geen heavy & power metalbands.
Satanisme is vooral terug te vinden in de Black & death metal scene niet in derest, dit zijn vooroordelen.
Greets
De jaren 70 In de jaren zeventig, komen de rasta’s
opzetten. De rasta’s vormen een spirituele beweging met een eigen muziek (raggae), een eigen geloof (rastafari) en een
sterk zwart bewustzijn. In de Verenigde Staten ontstaat rond 1970 de hardrockers of de metalheads, de oudste muziekvariant
binnen deze stroming heet heavy metal, zwaar versterkte gitaarrock met een denderende beat. Deze stroming word vaal agressief
afgeschilderd door hun ruige uiterlijk, de wilde dansen en de harde muziek met teksten over (zelf)moord, oorlog en geweld.
Rond 1976 komen de disco’s op in Nederland. Dit is oorspronkelijk een zwarte en homocultuur, afkomstig uit Amerika,
maar in Nederland heeft deze subcultuur over het algemeen blanke twintigers tot leden. Bij disco’s gaat het er in de
eerste plaats om een goede tijd hebben en lekker lang en heftig dansen in de seksueel uiterst tolerante sfeer van de discotheken.
Hier word veel drugs gebruikt (vooral cocaïne) om langer door te kunnen gaan. In 1977 breekt de punk door in Nederland. Deze
cultuur was opzienbarend door de haardracht, geverfd in alle kleuren van de regenboog en in de meest vreemde vormen geknipt.
Kleding was meestal zwart en gescheurd, door veiligheidsspelden bijeengehouden. Pogo was de dans (op en neer springen). Punks
hadden verschillende achtergronden. Binnen de punkbeweging bestonden meerdere subculturen: beehive punks en in politiek geïnteresseerde
punks. Anarchisme is een onderdeel van hun levensfilosofie. Op deze manier zijn ze niet in een hokje te stoppen en staan ze
los van alle politieke partijen. Ongeveer tegelijkertijd met de punk, waait de skinhead beweging over vanuit Engeland. De
stijl van de skinheads is agressief. De kleding is ontleend aan het traditionele arbeidersleven van Engeland: bretels, spijkerbroeken
met omgeslagen pijpen, kale koppen en werkmansschoenen. Verder zijn legerkleding, tatoeages en piercings vaak terug te vinden
bij deze subcultuur. In de jaren 60 was de leuze "De jeugd heeft de toekomst". De jaren 70 hadden ook een leuze: "De jeugd
heeft geen toekomst" (No Future). Men noemde hen ‘de buitengesloten generatie’. De punk scene had geen positieve
aspecten. Hoe kunnen die gevonden worden in een cultuur die tot doel had overal tegen te zijn? De subculturen reageerden
verschillend op de economische crisis van de jaren 70. Skinheads wilden de oude normen en waarden van de arbeiders terugbrengen.
Punks vielen deze juist aan.
De zeventiger jaren worden ook wel het ‘ik’-tijdperk genoemd. De
geesteswetenschappen worden populair. Boeken over persoonlijke groei, zelfverwezenlijking en mystiek verkopen goed. Stress
begint op een volksziekte te lijken. Men wordt actief in actiegroepen, niet meer om de wereld te veranderen, maar ook voor
de eigen wensen. In de loop van de zeventiger jaren verdwijnt geleidelijk
het vredige, relaxte hippiesfeertje. Het maakt plaats voor een harde, uitzichtloze wereld. De recessie zal de tweede helft
van de jaren ’70 beheersen.
Midden jaren 70: De discostijl wordt een rage na de film ‘Saturday
Night Fever’. Opvallende, glinsterende of transparante rokken en jurken in felle kleuren wervelen over de dansvloer.
Daarbij wordt veel bloot getoond en wit is dé kleur in discoland.
Disco: Bij disco is er een stevig tempo van de
muziek. Door middel van de lichten wordt dit sterk benadrukt. De discostijl is ontstaan in de jaren ‘.70 De kenmerken
van deze stijl zijn : glitterkleding, broeken met olifantenpijpen, schoenen met hoge hakken, hemden met grote kragen en vooral
veel kleuren.
Disco ontstond tussen 1971 en 1974 in de underground
discotheken van New York. In Nederland werden de eerste discofeesten georganiseerd door de Belg Eddy de Clercq. Hij vond het
uitgaansleven in Amsterdam tegenvallen dus besloot hij om er zelf feesten te gaan organiseren. Het was duidelijk dat er een
grote behoefte aan feesten was. Disco was toen nog een subcultuur waarin vooral uitgaanstypen te vinden waren. In de film
Night Fever kwam het hele discoverschijnsel duidelijk naar voren. Toen zijn de bladen er voor de allereerste keer over gaan
schrijven. Disco werd een rage. Vanaf 1979 werd disco mainstream dansmuziek voor een groot publiek. De naam disco verwees
naar de discotheek, het centrale punt in de discocultuur.
Uiterlijk. In de discocultuur was het uiterlijk enorm belangrijk.
Dat begon bij het haar. In het begin leek het erg op leeuwenmanen. Bij de mannen werd het haar naar binnen of naar buiten
geföhnd. Voor vrouwen waren de kapsels iets anders. Maar een haarföhn was een onmisbaar attribuut. De kapper kon je look maken
of het helemaal verpesten en was dus een belangrijk persoon voor de disco’s. Een bezoek aan de kapper had ook een sociale
functie want vaak ging je met elkaar naar de kapper. Kapperszaken waren trefpunten en informatiecentra. Veel mensen gingen
er elke week heen voor dat ze uitgingen. Disco’s gebruikten veel make-up, ook de mannen. Ze vonden het logisch dat ook
mannen make-up droegen als ze maar wel een snor hadden. Hadden ze die niet dan vonden ze dat het vrouwelijk was en dus travestieachtig.
Ze vonden juist dat je het mannelijke en vrouwelijke moest laten botsen. Het juiste discogezicht had je pas als je een goede
blik had. Hoe bozer je keek hoe cooler men het vond. Je moest vooral niet lachen, maar chagrijnig kijken. Op de discofeesten
waren allemaal verschillende kleedstijlen. Er waren zakenmannen in pak, mensen in een smoking of in een avondjurk. Disco’s
hielden van glans en glitter. Dat soort kleding kwam mooi uit in het licht van de discolampen. Meisjes in glimmende en sexy
kleren waren in. Hoe hoger de hakken van de meisjes hoe beter. Ook de mannen droegen glanzende stoffen. De kleding van de
mannen bevatte veel vrouwelijke elementen. Mannen die een kanten blouse droegen waren ook in. Maar je moest dan wel die vrouwelijke
elementen met mannelijke elementen combineren. In het begin droegen de mannen plateauzolen maar later veranderde dat in cowboylaarzen,
gympies en skates. Als accessoires waren, naast tasjes, ook oorbellen populair. Het herkenningsteken van het homo zijn was
dat je maar één oorbel droeg. Voor het uitgaan hadden de mensen sfeerverhogende attributen zoals fluitjes, tamboerijnen, fluorescerende
stokjes en kettingen. In de discoscène speelde de bodycultuur een grote rol. Diepe decolletés, korte rokjes en broekjes, strapless
topjes en mouwloze T-shirts waren in. Sommige vrouwen liepen alleen met bodypaint wat heel bijzonder was in die tijd. Ook
mannen droegen vaak weinig kleren. Vaak hadden ze een ontbloot bovenlijf of een klein satijnen broekje aan.
Omdat
veel kledingstukken strak om het lijf zaten waren de contouren van het lichaam goed zichtbaar. Veel discokleding zat niet
echt lekker, vooral niet tijdens het dansen. De materialen waarin de tijd van de disco’s de kleding van werd gemaakt
waren heel anders dan nu. Ook de schoenen waren een probleem. Vooral voor de vrouwen omdat de mannen het heel mooi vonden
als de vrouwen hele hoge hakken droegen. Maar doordat ze zo hoog waren konden ze daar niet op lopen en dansen. De meer extreme
kleding werd door de meesten alleen bij het uitgaan gedragen. Disco’s maakten veel kleding zelf. Ze haalden kleding
uit elkaar en naaiden er een glitterstof tussen. Ze maakten de kleding zelf omdat ze geldgebrek hadden of omdat de goede spullen
niet bij hen in de buurt te koop waren.
Ze kochten vaak kleding met de bedoeling het daarna weer op te knappen, onder
andere door het te verven. De tijd van de disco’s was het begin van de designerkleding. Merken als Armani en Versace
waren belangrijke modemerken. Ook boetieks speelden een belangrijke rol in de discoscène. Mensen in boetieks kennen was erg
handig want die konden je bellen als er nieuwe spullen in de winkel waren en soms kon je korting krijgen. Disco’s investeerden
vooral in hun kapsel en kleding. Maar aan de inrichting van hun kamer of huis investeerden ze vrijwel niet. Al het geld ging
naar het uiterlijk en naar het uitgaan.
Muziek. Discomuziek kwam voort uit de traditie van soul en funk. Bij de disco
stond echter de dansbaarheid veel sterker voorop. Discomuziek werd zo gemaakt, dat de platen achter elkaar gedraaid konden
worden zonder dat de muziek werd onderbroken. Discomuziek was vernieuwend omdat hier voor het eerst werd geëxperimenteerd
met ritmeboxen, drummachines en synthesizers. Ook nieuw was het 12-inch format, waarop de discomuziek uitkwam. Het waren discoplaten
waar een nummer op stond van drie tot vier minuten. Het was ook het begin van de mixcultuur voor dj’s. De dj kwam meer
op de voorgrond te staan. Ook waren de zangeressen belangrijk, al stonden ze minder op de voorgrond. Goede discomuziek moest
emotioneel zijn. De mooiste disco is de muziek die beide emoties in werking zet, van uitzinnige vreugde tot dieptriest. Voor
de leden van de discocultuur was de mainstream discomuziek van Abba en Saturday Night Fever geen echte disco. Die muziek was
veel vlakker. Disco’s haalden hun inspiratie voor hun kleding uit bladen. Eerst verschenen die bladen alleen in het
buitenland. Pas later, in de jaren tachtig, verscheen een Nederlands discoblad.
Denkbeelden en leefwijze. In de discocultuur
werden veel drugs gebruikt. Cocaïne werd het meest gebruikt. Cocaïne was de discodrug. Je zag vaak mensen die gewoon stonden
te snuiven. Maar op andere plaatsen waren drugs bijna niet aanwezig. Daar waren borrels erg populair. Ze noemden de cultuur
ook wel een jenevercultuur. Vaak dronken ze voordat ze uitgingen al wat borrels om er wat in te komen. Bijna iedereen rookte
sigaretten. De discotheek stond zo centraal in het discoleven, dat er zelfs verjaardagen werden gevierd. Om binnengelaten
te worden moest je erg bijdragen aan de sfeer. Je kon niet alleen maar komen toekijken. Als je binnen was, was het gezellig.
Maar de aankleding van de discotheek was heel primitief. Pas later kwamen de kleurige versiersels. Mensen voelden zich er
wel op hun gemak. Er werd heel erg veel gedanst op de feesten. Als je binnenkwam was het eerste waar men aan dacht seks. In
die tijd was aids nog onbekend, toen aids bekend werd, zakte die hele cultuur weg.
Disco sloeg in Nederland vooral
aan bij mensen uit de kunst, mode- en mediawereld. Het grootste deel van het publiek was ouder dan twintig jaar. Toen disco
mainstream werd, waren ook veel tieners disco. Ze kwamen meestal uit lagere milieus.
Wie deel uitmaakte van de discocultuur
kijkt in het algemeen met plezier terug op die tijd. Ze vonden het heel opwindend dat er een totale vrijheid heerste. Ze vonden
wel dat je in die tijd heel erg met je imago bezig was.
Hiphoppers "Het mooie van hiphop dat is de originaliteit…
Je mag wel nadoen, je mag wel afkijken, maar je moet er iets mee doen. Je moet gewoon jouw manier van denken en leven verwerken
in je eigen muziek of je eigen dans."
Hiphop komt van oorsprong uit New York en was een zwarte danscultuur. Het begon
in 1975 toen Dj Hollywood in een discotheek in een zwarte wijk in South Bronx de hiphop draaide. En zo ontstond er ook een
nieuwe manier van dansen: Breakdancen en Electric boogie. Vanuit New York breidde de hiphop cultuur zich over Amerika uit.
In Nederland waren de eerste hiphoppers vanaf 1979 actief. In de jaren '80 groeide het nog meer uit en in de jaren '90 werd
het publiek breder doordat R&B en reggae erbij kwamen. In de jaren '80 hadden veel hiphoppers een "Blockheadmodel" Eind
jaren '80 kwamen er meer rapgroepen en die hadden dreadlocks ( je haar in soort strengen vastdraaien, en vel gel erin gooien.),
die haarstijl werd toen door veel hiphoppers overgenomen. Anderen hadden grote krullen die ze ook vaak kleurden, en ze deden
er ook veel vet in. Eerst droegen de eerste Breakdancers joggingbroeken maar die ruilde ze later in voor trainingspakken.
Hun trainingspakken waren meestal van merken als Puma, Adidas, Kappa en Fila. Ze hadden ook altijd sportschoenen aan. Meestal
van het merk Adidas. Er was ook een soort hiphoppers die graffiti spoot. Deze hiphoppers droegen in tegenstelling tot de
Breakdancers donkere kleding en grote truien en broeken die makkelijk zaten. Ook hadden ze meestal petten op. Schoenen
werden op een speciale manier geveterd namelijk de veter om je voet gewikkeld of onder de lip van de schoen doorgehaald zodat
de schoen open stond. Ook hadden ze een spinmuts op, om goed op hun hoofd te kunnen draaien bij het dansen. En ook gebruikten
ze polsbanden tegen blessures. Na 1985 maakten de sweatsuits plaats voor de spijkerbroeken, met stoere jassen erop en een
baseballpet. Kenmerkend voor deze periode zijn de grote gouden kettingen met grote hangers eraan. Om te laten zien bij
welke groep ze hoorden, lieten ze meestal een tatoeage zetten met een afdruk van een belangrijk teken van die groep. Meisjes
hadden niet echt een speciale kledingstijl, maar zagen er wel sportief uit. Pas later gingen ze meer jongenskleding dragen,
zoals grote truien en broeken. Kleding en uiterlijk waren erg belangrijk voor hiphoppers. En als je "goed" merk aanhad dan
hoorde je er echt bij en had je veel aanzien. Hiphop muziek heeft een beetje van Soul, Funk en Reggae. Belangrijk voor deze
muziek waren de Dj's. Zij maakten muziek doormiddel van platen te draaien op draaitafels. Later gingen ze ook muziek maken
met gezongen teksten. Zo iemand heette een rapper. Rappers kozen woorden uit die goed in het ritme pasten. Rappers werden
absolute sterren in de hiphopmuziek. Halverwege de jaren '80 werd de sobere muziekstijl populair van Run DMC en LL Cool J.
Ze rapten vooral over het harde leven in de Getto's. Hun uitstraling was vaak macho en agressief. Muziek was erg belangrijk
voor hiphoppers dus ze trainden heel hard en heel lang om op nieuwe muziek te kunnen dansen. Hiphoppers hadden hun eigen taal,
ze bedachten overal een term voor en allerlei namen voor elkaar. Doormiddel van graffiti werden teksten met rare termen op
grote openbare bouwwerken en vervoermiddelen gespoten. Het waren vaak grote en kunstzinnige ontwerpen. Ze werden op het gebied
van kleding, taal, dansstijl en gedrag geïnspireerd door films, bekendheden en videoclips. In het begin gebruikten ze geen
alcohol of drugs. Omdat anders je lichaam gedesoriënteerd raakt en ze niet goed meer kunnen breakdancen. Later gingen ze joints
en marihuana gebruiken en er werd veel bier gedronken. Hiphoppers wilden altijd de beste zijn, en deden erg hun best om een
goed aanzien te krijgen. Hiphoppers kwamen meestal uit de Getto en troffen elkaar meestal s'avonds op straat. Je had speciale
groepen die uit één bepaalde wijk kwamen en die zochten dan ruzie met de andere wijkgroepen om zichzelf te bewijzen. In het
begin waren er vooral veel jongens die hiphopper waren, maar er kwamen steeds meer meisjes bij die ook gingen rappen. Dat
waren meestal wat stoerdere meisjes dan anderen.
Hardrock: De hardrock scene is een overblijfsel
uit de jaren 80 maar nog steeds zeer populair. De kledingstijl is niet veranderd: een te vaak gewassen zwart T-shirt met een
spijkerbroek of een legerbroek. Daarbij meestal legerkisten. Hardrockers hebben lang haar. Ze lijken veel op alto's en worden
in ons land daar vaak mee verward. Ze zien er vaak ongewassen uit met vies lang haar. De muziek bestaat meestal uit gitaar,
drum, zang en bas. De muziek heeft wel iets en is veel moeilijker te spelen dan hardcore (rock). Daardoor trekt de muziek
meer betrouwbare en trouwe fans aan.
Straight-edge is eigenlijk een subcultuur die ontstaan
is uit de hardcore punk, in 1980, maar bevat alleen het “goede”. Het belangrijkste is dat je een goed leven lijdt
en een voorbeeld bent voor anderen.
Uiterlijk. Straight-edgers hadden geen typerende kenmerken voor hun subcultuur.
Ze hadden kale hoofden, strakke broeken en hoge basketball gympen, die ze haalden uit andere culturen. Hun enige kenmerk was
een met viltstift getekend kruis op hun hand. In de VS kregen minderjarigen ook dat kruis op hun hand, zodat ze geen drank
konden verkrijgen bij de bar, straight-edgers kozen hier bewust voor. Daarna kreeg de skate-stijl invloed op het uiterlijk
van de straight-edgers. Vervolgens baseerde het uiterlijk zich op de fifties. Het was vooral een jongens cultuur, maar later
kwamen er ook wel meisjes bij. Die meisjes hadden een vrij natuurlijke stijl, wijde spijkerbroeken, losse T-shirts en sportschoenen.
Muziek. Ze ontmoeten elkaar vooral bij concerten. De muziek bestaat uit hardcore punk, metal en cross-overs daartussen.
De muziek is breder geworden, er zijn meer pop invloeden en er zijn zelfs keyboard en drumcomputerwerk bij gekomen. Het gaat
bij concerten om de muziek, het dansen en het gevoel van saamhorigheid. Er wordt dus fanatiek gedanst, net zoals de metals
en de punkers. De optredende bands doen daar gewoon aan mee. Er is een verbod op alcohol, drugs en ongebonden seks.
Denkbeelden
en leefwijze. De basis van de leefregels is afkomstig uit het nummer “Out of the step with the world” van Minor
Threat, oorspronkelijke hardcore punkband, de zanger zei ooit: Don’t smoke, don’t drink, don’t fuck around.
De tekst is positief, erg belangrijk en hebben een religieus karakter of een boodschap in tegenstelling tot het geluid dat
net zo agressief is als hardcore punk. De bands hebben in deze subcultuur een voorbeeldfunctie, ze hebben een soort status.
Eerst was er sprake van saamhorigheid, nu zijn er meer groepjes, doordat er ook christelijken en veganisten bij komen. Straight-edgers
zijn ook geïnteresseerd in politiek, omdat ze de huidige samenleving als een genotzoekende consumptiemaatschappij zien, daar
zijn ze tegen. De meeste straight-edgers zijn niet goed opgeleid, maar denken veel na en zijn serieus over het leven. Ze vinden
dat ze gelijk hebben en sommigen zien er niet tegen op dat gelijk op een gewelddadige manier te behalen.
(Black) Metal: Metal bestaat nu ongeveer 30 jaar
en heeft zich van een kleine subcultuur tot een grote en ook opvallende beweging ontwikkelt. De meest oorspronkelijke vorm
is Heavy Metal, een vorm van hardrock, die aan het eind van de jaren ‘60 begin jaren ’70 ontstond met bands als
Deep purple en Led Zeppelin. Aan het eind van de jaren ’80 leek Metal enigszins in te zakken, omdat er toen allerlei
verschillende vormen van ontwikkeld waren die zeer populair werden. Een paar voorbeelden zijn Blackmetal dat rond het midden
van de jaren ’80 ontstond en de zwaardere en nog agressievere vorm daarvan: Death Metal in het begin van de jaren ’90.
Ruig, agressief, hard, energiek, dynamisch en authentiek zijn de trefwoorden voor zowel de muziek en de levensstijl. Metalheads
vinden hun haar heel belangrijk en verzorgen het goed. Het is lang en bijvoorkeur sluik en hoe meer hoe beter: volume wordt
op prijs gesteld. Een snor en een baardje of duivelssik mag, maar zonder kan ook. De kleding moet een ruige en onverschillige
indruk maken: verscheurde broeken en T-shirts, long sleeves met gaten in de ellebogen, mouwloze jacks of vesten van leer,
lange jassen of jacks en als schoeisel sportschoenen, motorlaarzen of cowboylaarzen. Zwart is, zeker bij Death en Black Metal,
de favoriete kleur maar ook blauwe of stonewashed jeans behoren nog steeds tot hun kledingstijl. Ze dragen veel kettingen,
piercings en armbanden, oorbellen, riemen en tatoeages. De vrouwen zijn erg fel geschminkt. Kenmerkend voor het geluid van
Metal zijn het enorme volume, de zware drums en bas met een heftige beat. Als er gezongen wordt is dat vaak krachtig en wordt
er geschreeuwd en gekrijst. Ze dansen niet, ze headbangen alleen, op het ritme van de muziek hoofd en haren heen en weer zwaaien.
Skaters
De skaters subcultuur komt uit de
VS, waar het belangrijkste attribuut voor hen wordt gemaakt, de skateboards. In Nederland kwamen de eerste skaters rond de
jaren tachtig, in 1993 werd het een hype.
Uiterlijk. Het uiterlijk van de skaters wordt bepaald door hun voornaamste
bezigheid, skaten. Het moet makkelijk zijn. Een skater heeft dus kort haar, draagt wijde broeken, wijde T-shirts van een stof
die zweet makkelijk opneemt, sportschoenen, maar geen sieraden en geen jas. Skaters dragen ook vaak een petje. Aan het einde
van de jaren tachtig waren Airwalks of Vans de meest geliefde sportschoenen. Verder was Vision streetwear populair, maar Powell
Peralta was het grote merk van toen. Veel skaters vonden de schoenen te hoog en knipte die dus aan de bovenkant af en korte
ook de tongen in. In die tijd droegen zij vaak een maat te grote joggingbroeken. Daarna kwamen de wijde broeken en lange T-shirts.
Dit type kleding werd toen al gauw door de gewone merken overgenomen. De echte skaters vonden dit te commercieel en gingen
nu weer strakkere shirts dragen. De heel wijde broeken die de merken nu maakten droegen zij niet want daar in konden zij zich
niet vrij bewegen. De stoffen van skatekleding wordt nu gemaakt van hightech en windwerende en sterk absorberende kunststof.
Sieraden worden door skaters weinig gedragen, maar piercings en tatoeages kunnen wel, als de skater dat mooi vindt.
Muziek.
Skaters houden van hardrock en metal, dit is ook vaak te zien op hun graphics, afbeeldingen op hun skateboards.
Denkbeelden
en leefwijze. Skaters zijn eigenlijk allemaal individualistisch, maar door de buitenwereld worden ze gezien als een soort
groepering. Skaters besteden veel aandacht aan hun board, er zijn veel merken en elk merk heeft zijn eigen boardgraphics.
Alles wat in de wereld gebeurd komt op de onderkant van boards, die graphics zijn er na twee of drie dagen weer af. Als je
begint is de keuze van de graphic wel een soort statement, je koopt dus wel een beetje op image of op merk. Voor skaters is
hun board en wat ze erop laten zien het aller belangrijkste. Zij besteden veel tijd aan het leren van mooie sprongen en trucs.
Ze lezen skatebladen, kijken naar video’s van demonstraties, gaan naar wedstrijden en brengen zoveel mogelijk tijd op
hun board door. Spijbelen van school komt veel voor. De meeste skaters beginnen jong, op hun twaalfde of dertiende en worden
minder fanatiek als ze rond de twintig zijn. Oefenen en steeds beter worden op het board is hun leven. Skaten doen ze op asfalt,
marmer en trappen, het is dus een echte stadse bezigheid. De bekendste skateplekken zijn het terrein bij de RAI in Amsterdam
en in Rotterdam hoek Leuvehaven-Blaak en het winkelcentrum Oosterhof. Om bij deze terreinen te komen rijden skaters vaak zwart.
Als skaters even niet met skaten bezig zijn dan drinken zij bier en zijn zij aan het blowen. Er zijn zuipers en straight-edgers
onder de skaters, maar dat is ook weer individueel. Het individualisme van de skatesubcultuur komt een deel voort uit het
feit dat de skatewereld voor iedereen open staat, wie of wat je ook bent, maar er zijn weinig meisjes die echt skaten, zij
kijken meestal toe. Door al die verschillende achtergronden is de sfeer van de skatewereld open en tolerant. Het draait om
een goede tijd hebben, gewoon lol maken is het belangrijkste. Je ouwehoert erg veel en je deelt alles. Een van de aantrekkelijkste
kanten van skate is het gevoel van verbondenheid, niet alleen met de eigen skatevrienden maar met de hele wereld. Alle stijlen
komen samen en het is overal het zelfde. Niet alleen binnen de eigen groep maar ook naar buiten toe zijn skaters tolerant,
ze vinden dat anderen jongerenculturen evenveel recht op bestaan hebben als de skatecultuur.
Een Punkskater: De cultuur komt oorspronkelijk
uit de Verenigde Staten, waar het belangrijkste kenmerk van een Skater wordt gemaakt: het skateboard. Het kwam rond de jaren
’80 al wel een beetje in Nederland maar rond 1993 werd het heel populair. Hun uiterlijk wordt bepaald door het skaten.
Ze hebben kort haar, dragen een wijde broek, een wijd T-shirt en sportschoenen. Ze luisteren naar punkmuziek.
Twee rages zijn van invloed op het kleedgedrag aan het begin van de jaren
’80: eerst het skateboard, daarna de roller-skating. Beiden zijn afkomstig uit Californië. Vooral de roller-skating
wordt uitdrukking van een levensstijl. In restaurants zie je dat serveersters zich verplaatsen op rolschaatsen. Popzangers
laten zich afbeelden op rolschaatsen. Roller-skaters verschijnen nu ook in de disco. Overdag flitst men door de straten met
een walkman op.
New wave en punk waren verwante subculturen. De twee
stromingen ontstonden ongeveer tegelijkertijd in de muziek. New wave kwam wat later tot ontwikkeling dan punk. In Nederland
is new wave begonnen in begin jaren tachtig. In de new wave subcultuur was de muziek heel belangrijk.
Uiterlijk. De
kleding die door de artiesten werden gedragen, inspireerde de new wavers. Die kleding probeerde ze dan te imiteren. Vaak hadden
de new wavers hun haar zwart geverfd. Ze toupeerden hun haar en lieten het tot ver over de ogen hangen. Jongens en meisjes
droegen make-up bij het uitgaan. Zwarte lijnen om hun ogen, zwarte oogschaduw, zwarte nagellak en soms ook nog zwarte lippenstift.
Ze hadden een voorkeur voor zwarte kleding. Ze vonden dat de kleding niet strak moest zitten en droegen dus wijde kleding.
Jongens droegen vaak leren broeken. Er werden ook veel gebreide truien gedragen. Als schoenen waren Doctor Martens heel populair.
Meisjes droegen vaak andere kleding als de jongens. Ze droegen vaak lange of korte rokken. Ze droegen ook wel wijde broeken.
Boven de rok of broek werden vaak ouderwetse truitjes gedragen. De meisjes droegen graag netkousen. In hun haar droegen ze
soms ook sjaaltjes, alpinopetjes of kleine dopjes. Handschoenen waren vaak ook een onmisbaar attribuut. De meisjes droegen
ook heel veel zilveren sieraden. Ook maakten ze veel kleding zelf en verfden kleding zwart.
Muziek. New wave muziek
was niet zo ruig. Het waren ook echte teksten. In het begin was het niet commercieel. In het begin speelden de muzikanten
in kleine zaaltjes, maar later traden ze op in grote zalen. De new wavers vonden het belangrijk om zelf muziek te maken. New
wavers troffen elkaar in het uitgaansleven en in platenzaken. Ze hadden een eigen stijl van dansen. De muziek was niet zo
geschikt om op te dansen, je had gewoon je eigen dansje. De new wavers praatten voornamelijk over muziek.
Denkbeelden
en leefwijze. Er werd door new wavers best veel geblowd. Er werd ook wel cocaïne en speed gebruikt. New wavers gingen heel
vrij met elkaar om. Iedereen moest zelf weten wat hij of zij deed en moest de vrijheid hebben om zelf keuzes te maken. Bij
de new wavers waren er ongeveer evenveel jongens als meisjes.
New wavers vormden een hecht groep Ze gingen gezellig,
vriendschappelijk en gelijkwaardig met elkaar om.
De altostroom is ontstaan in de jaren tachtig, het
werd vooral gebruikt voor en door jongeren die zich van de mainstream jongerencultuur afwendden, maar de verschillende metal-
en punk afsplitsingen te ver vonden gaan. In de altostroom zitten elementen van punk en metal en ook aspecten van de hippie-
en rastasubcultuur.
Uiterlijk. Alto-jongens hebben lang of half lang haar met in het midden een scheiding, of in dreadlocks.
Sommige alto’s verven hun haar, meestal blauwzwart, oranje, groen of ze bleken het. Snorren en baardjes zijn zeldzaam.
Alto-meisjes hebben lang of punkachtig kort haar. Zij verven het ook vaak, vooral zwart, paars, henna, rood of oranje. Jongens
dragen soms make-up, vooral voor ogen, wenkbrauwen en mond. De meisjes gebruiken helemaal geen of juist hele zware make-up.
Het ideaal is zwarte ogen en een wit gezicht. Alto’s kopen hun kleding, accessoires en sierraden in tweede hands winkels
of gespecialiseerde winkels. Alto’s dragen rechte of strakke broeken, T-shirts of long sleeves, leger jas en voor de
meisjes leren jasjes en kisten. Het liefst hebben ze al hun kleding zwart of paars en versleten. Jongens dragen ook legerbroeken
en meisjes strakke broeken met wijd uitlopende pijpen. Dit alles maakt een armoedige indruk. Als accessoires gebruiken ze
oude rugzakken en Palestina-sjaals. Op hun rugzak en jas naaien ze soms badges van Nirvana of The Doors. Alto’s dragen
ook sieraden zoals piercings, kettinkjes en armbanden. Meisjes dragen vier of vijf dunne zilveren slavenarmbanden, veel versieringen
aan de oren en zilveren ringen aan alle vingers behalve de duim.
Muziek. Alto’s houden vooral van Nirvana, Offspring
en Pearl Jam, wie van Nirvana houdt vindt Pearl Jam niet leuk en omgekeerd. Vooral meisjes vinden Björk, No Doubt en The Breeders
leuk. Vooral jongens houden van de vroege Metallica. Om te dansen is Jungle-muziek vooral populair, meisjes bewegen op en
neer met hun armen langs hun lijf en de jongens pogoën. Alto’s luisteren ook vaak naar oudere muziek zoals van de Beatles.
Geld om cd’s te kopen hebben alto’s niet dus nemen ze veel op op bandjes. Ook aan uitgaan besteden ze niet zoveel
geld, discotheken en bioscopen zijn te duur, daarom spreken ze vaak af in parken, pleinen, cafés en coffeeshops.
Denkbeelden
en leefwijze. Voor alto’s is wiet het belangrijkste genotsmiddel. Verder drinken ze ook goedkope rode wijn. Tijdens
het blowen wordt veel gepraat over de muziek, over de dood, doodgaan en dood willen en over de maatschappij die niet deugt.
Alto’s zijn vrij passief en zeker geen wereldverbeteraars, de stemming is pessimistisch, cynisch en depressief. De meeste
alto’s volgen havo of vwo en gaan door naar hbo en universiteit. De meeste willen iets creatiefs of artistieks gaan
doen. Maar ze hebben nog geen echte kijk op de toekomst. In de altocultuur zijn er ongeveer evenveel jongens als meisjes,
ze gaan gelijk met elkaar om, meisjes gedragen zich geëmancipeerd en jongens accepteren dat. Er wordt niet gelet op huidskleur
of achtergrond, maar het aantal allochtonen is toch klein. Er is niet echt groepsdruk, maar velen leggen dat zichzelf op om
erbij te horen.
New romantic: De New Romantic stijl heeft zijn
oorsprong in de jaren ‘80. Bij hun muziek zijn synthesizers hun voornaamste instrumenten. De 'New Romantic' groepen
polariseerden de effecten die Punk Rock in muziek en mode gebracht hadden.
De jaren 80 De jaren 80 hebben minder te betekenen
dan de jaren 60 en 70. Verschillen tussen groepen jongeren zijn minder makkelijk te zien. En er zijn veel verschillende types:
kakkers, punks, hiphop, rasta's, disco's, alternatievelingen, hippies, drop outs, dijkers, rockers, blowers, etc. Dit maakt
het moeilijk onderscheid te maken. Overal zag je graffiti, hardrock, punk, new wave, jongerencentra. Jeugdculturen werden
een normaal verschijnsel. Veel veranderingen in de samenleving ontstonden door de jeugd. De commercie verdiende veel aan de
jeugd. En de strijd tegen de samenleving was voorbij. Jeugdcriminaliteit groeide, er ontstonden jeugdbendes. In de jaren 80
ontstonden er maar weinig nieuwe jeugdculturen: die van de jaren 70 bleven bestaan. De hiphop cultuur en de housecultuur waren
de grootste nieuwe subculturen, maar ze hebben weinig met elkaar te maken. Rond 1980 kwam de hiphop cultuur in Nederland,
deze cultuur kwam uit Amerika. Aanhangers waren vooral jongeren uit de ghetto's die weinig mogelijkheden hadden in de maatschappij.
Dit was een van de meest zuivere culturen die ooit ontstaan is. In deze cultuur waren ook een aantal subculturen zoals rap
(sprekend zingen), breakdance, electric boogie (eigen dansstijl) and graffiti (illegaal beschilderen van muren met spuitbus
en stift). Deze kunstvorm werd overgenomen door buitenlandse jongeren en door blanke jongeren uit de lagere milieus. Je zag
veel breakdancers op straat en graffiti was "in". In de jaren tachtig komen uit de punkscene vier nieuwe jongerenculturen
voort: new wave, hardcore, straight-edge en alto’s. New wave ontstaat rond 1980 en is een niet zo agressieve tak van
de punk. De muziek is melodieuzer. Begin jaren tachtig komt de hardcorepunk tevoorschijn. Volgens hen is ideologisch in orde
zijn, belangrijker dan het uiterlijk. Deze jongerencultuur blijft vrij klein qua omvang. Uit de hardcorehoek komt rond1980
ook de straight-edge voort. In tegenstelling tot veel andere jongerenculturen uit die tijd, wijzen zij seks, roken, drugs
en drank af, maar gaan wel uit hun dak op hardcore muziek. De alto’s hebben een bepaalde levensstijl, die aan moet geven
dat de aanhangers kritisch in het leven staan en zich niks laten wijsmaken door bijvoorbeeld commercie en mode. De muzikale
voorkeur loopt uiteen: folk, rock, bowie, hardcore en metal. In de jaren tachtig komen ook de skaters in Nederland. Dit
is de enige jongerencultuur die rond een sport is ontstaan, het uithalen van ingewikkelde stunts op hun skateboard is dat
ook een van de belangrijkste herkenningpunten van de skaters. Rond 1987 bereikt de house Nederland, deze van oorsprong
zwarte danscultuur is een verzamelnaam voor diverse muziekvarianten, die met elkaar gemeen hebben, dat ze op de computer zijn
gemaakt. De acid house is daarvan de meest toonaangevende variant.
Originele Levi-jeans met sweatshirts en poloshirts, waarop provocerende
teksten en moderne art-reproducties, voeg daar fluorescerende geverfde windhooskapsels aan toe en je hebt de total new wave
look.
Het motto waarmee de jaren ’80 werden ingeluid was beweging,(skating en
jogging).Deze trend zet zich voort. De bijhorende outfit wordt ook buiten de sport gedragen. De producenten van sportwear
passen details en kleuren aan de mode aan men neigt naar vereenvoudiging: alle hoekige, agressieve en duidelijk geconstrueerde
vormen zijn verdwenen.
Skaters “Eigenlijk is het zo dat het om die
plank met wielen gaat en daaromheen kan je er van alles bij halen.”
De cultuur komt oorspronkelijk uit de Verenigde
Staten, waar het belangrijkste kenmerk van een Skater wordt gemaakt: het skateboard. Het kwam rond de jaren ’80 al wel
een beetje in Nederland maar rond 1993 werd het heel populair. Hun uiterlijk wordt bepaald door het skaten. Ze hebben kort
haar, dragen een wijde broek, een wijd T-shirt en sportschoenen. Bij Skaters hebben de topskaters een voorbeeld functie,
zij brengen dingen in de mode. Vroeger droegen Skaters grote joggingbroeken. Daarna kwamen de wijde spijkerbroeken waarbij
het kruis tussen de knieën hing, maar die broeken werden gedragen door Skaters die zelf niet skaten. Sieraden die dragen ze
niet, maar piercings en tatoeages kunnen wel. Skaters zijn erg individualistisch maar worden gezien door mensen als een groep.
Skateboarden zijn erg belangrijk voor een Skater, dus ze versieren ze en verzorgen ze de skateboarden goed. Ook is het belangrijk
dat je elke keer weer nieuwe trucs kan met je skateboard. Één van hun dagelijkse bezigheid is dan ook het oefenen en bedenken
van nieuwe trucs. Als Skaters iets anders doen dan skaten, dan zijn bier drinken en wiet roken het enige wat ze doen. Iedereen
kan meedoen met skaten, ze laten iedereen toe in hun groep. Alleen voor meisjes is het moeilijk om een skater te zijn, er
zijn maar weinig meisjes die een “echte” skater zijn. Niet alleen binnen de eigen groep maar ook naar buiten
toe, zijn Skaters erg tolerant. Ze hebben ook veel respect voor andere jeugdculturen.
Vanaf 1984 nemen de punkinvloeden af en komen er vanuit de straatmode weer
andere impulsen. Het nieuwe zit vooral in een andere en gedurfdere manier van stylen. De kledingindustrie die hier op inspeelt
noemt deze trend de ‘culture mix’ of ‘nieuwe esthetiek’. Culture mix omdat deze kleedstijl
een vermenging is van kleedvormen uit diverse culturen, en nieuwe esthetiek omdat deze kleedstijl tegen de geldende regels
van de westerse schoonheidsleer ingaat.
In de jaren ’90 is er grote belangstelling voor erotiek, lingerie
wordt steeds sexier. Er is zelfs een periode geweest dat ondergoed bovengoed wordt. De Amerikaanse zangeres Madonna scoort
hiermee hoog bij de jongeren. “In de jaren ’90 worden authenticiteit, spiritualiteit en sensibiliteit de waarden
waarmee men zich wil identificeren.”
House.
House ontstond in de VS, in hetzelfde
circuit als de disco: in zwarte en homodansclubs. Dj’s combineerden in de jaren tachtig elektronische met disco muziek
tot een nieuwe muziekstijl. Ze draaiden in de discotheek The Wearhouse waar waarschijnlijk de naam vandaan komt. In Detroit
ontstond toen ook op dezelfde basis de techno. Uiteindelijk werd house de verzamelnaam voor deze nieuwe Amerikaanse clubmuziek
en de Europese varianten die erop volgden. In de zomer van 1985 bereikte de housemuziek de trendy discotheken van Ibiza, Mallorca,
Tenerife en Gran Canaria. Daarna in 1986-1987 sloeg het aan in Londen waar een houserage in het clubcircuit losbrak. Eerst
flopte house in Nederland, maar in 1988 werd het toch een succes. In 1989 was de aanhang zo gegroeid dat de house commercieel
door begon te breken. In de jaren negentig werd house de overheersende danscultuur. Er ontstonden verschillende varianten,
zoals gabber, happy hardcore, trance, club en jungle. Belangrijkste in Nederland waren acid house en gabberhouse. Acid house
omdat hiermee de housecultuur in Nederland begon en gabberhouse omdat deze variant een Nederlands product was. Gabber kreeg
zijn naam in 1989 van de Amsterdamse dj K.C. the Funkaholic.
Uiterlijk. Acid house liefhebbers droegen veel T-shirts
met opdruk. Op die T-shirts stonden grappige teksten en figuurtjes zoals smiley’s. Daarbij werden Levi’s spijkerbroeken
gedragen, meestal gescheurd of afgeknipt. Het was ook erg in om je kleding te beschilderen met fluorverf. Vrouwen droegen
topjes en strakke kleding. Ze droegen All Star basketbalschoenen of schoenen met ronde neuzen, een beetje legerachtig. Op
hun hoofden droegen zij bandana’s, Boerenzakdoeken of andere hoofddeksels, hoe gekker hoe beter. Daarbij droegen zij
ook altijd een riem, ook werden veel sieraden gedragen, vooral veel kettingen. Ook droegen ze buttons met smiley’s of
teksten als “Acid”of “Can you feel it?” The look was compleet met kleine ronde brilletjes met gekleurde
glazen. Vooral travestieten vonden het belangrijk om er kleurrijk uit te zien. Behalve dure merkkleding aan te schaffen kon
je ook zelf aan de slag gaan om iets extreems te maken. Gabbers droegen trainingspakken, bij voorkeur van het merk Australian,
Cavello kon ook maar was voor mensen met minder geld, dus dat was minder echt. Veel sportwinkels verkochten geen Australian,
omdat zij geen gabbers in hun zaak wilden. Daardoor kwamen er hele netwerken van gejatte Australians. Onder die jasjes droegen
de jongens dure T-shirts of niets. Meisjes droegen ook wel zulke T-shirts, maar meestal een strak topje of een beha. De gabbers
droegen altijd Nike Air Max sportschoenen. Als jas droegen zij bombers, met vlaggetjes op de linkermouw. Nederlandse vlaggetjes
waren verboden, je kon er een boete voor krijgen en je kwam discotheken niet binnen, omdat het racistisch was. Amsterdamse
vlaggetjes mochten wel. Als accessoires droegen zij rugzakjes, spenen en ronde zonnebrilletjes. Sommige gabbers droegen dikke
gouden kettingen. Je zag veel gabbers met piercings en tatoeages. In de techno trends zag je veel spijkerbroeken, de kleding
was hippieachtig. Je zag in die stroming veel mensen die wilde opvallen. De junglekleedstijl was eenvoudig, sportief en nonchalant:
jacks, trainingsbroeken en –jasjes, sweaters en T-shirts. Veel kleding was tweedehands, omdat ze weinig geld hadden
en de stroming was niet commercieel.
Muziek. House was in principe dansmuziek, het doorgaan van de beat stond voorop.
House is elektronische muziek, gemaakt met synthesizers, drummachines en samplers. Eerst werd in rockkringen neergekeken op
producenten van housemuziek. Het maken van een goed nummer kost veel creativiteit, inventiviteit, kennis van bestaande muziek
om de juiste samples te kunnen selecteren en inzicht in wat het publiek op de dansvloer bewoog. Binnen de housemuziek kwamen
verschillende varianten tot ontwikkeling. Belangrijk onderscheid was het aantal Beats Per Minute (BPM) van de bassdrum. De
rustiger stijlen werden aangeduid als “mellow”, de hardere en snellere als “hardcore”. Techno was
snel, hard, abstract en minimalistisch. Binnen techno kwamen verschillende genres tot ontwikkeling. Jungle kwam uit Engeland
en was daar vanaf 1994 populair. De muziek was een cross-over tussen techno en ragga (snelle elektronische reggae). Jungle
had een hiphop-breakbeat met daaronder een bassdrum op halve snelheid. Deze muziek klonk opzwepend en chaotisch. Gabber- of
hardcore house ontstond in Nederland in 1989. Dit was de snelste en hardste house variant. Kenmerkend was de keiharde, bonkende
bass die je door je hele lijf voelde. Uit Amsterdam kwam een commerciële en minder harde variant van gabber, de happy hardcore
of mellow hardcore. De muziek kwam tot het house publiek via de dj. Deze selecteerde interessante nummers en regisseerde door
zijn manier van draaien het gebeuren op de dansvloer. Dj’s hadden erg veel aanzien en werden aanbeden.
Denkbeelden
en leefwijze. Uitgaan en feesten waren de belangrijkste activiteiten in de housecultuur. Je kon daarvoor terecht in discotheken,
bijvoorbeeld RoXY en iT in Amsterdam. Naast dit clubcircuit werden houseparty’s georganiseerd op de meest vreemde plekken,
zoals lege fabrieken, oude bunkers en afgedankte verkeerstunnels. In het begin waren deze feesten een zooitje ongeregeld,
maar later werden deze beter georganiseerd en geregeld. Deze grote party’s, welke raves werden genoemd trokken erg veel
bezoekers. Er werd steeds meer aandacht besteed aan de aankleding en de lichteffecten. De RoXY zette de trend voor feesten
in een bepaald thema. Bij gabberraves waren vooral sciencefiction en horror geliefde thema’s. Men nam vaak attributen
mee naar party’s: van sterretjes tot teddyberen, van zonnebrilletjes met lichtjes tot bellenblazen. Het feesten bestond
grotendeels uit dansen, maar dan ook erg heftig en heel de avond. Bij deze party’s waren ook vaak attracties, zoals
danseressen in latex pakjes. Ook was het kooidansen erg populair. Op party’s en raves was altijd een “chill out
room” of EHBO-hoek aanwezig, waar feestgangers die flauw vielen door vocht tekort, zuurstofgebrek en/of drugs terecht
konden. In de housecultuur werd veel drugs gebruikt. De naam “acid house” verwees dan ook naar XTC, een synthetische
drug met oppeppende werking. Er werd ook cocaïne, speed, poppers en LSD gebruikt. Heroïne gebruikten ze niet. Energiedrankjes
waren ook erg populair. Sterke drank speelde nauwelijks een rol. De sfeer op gabberfeesten was vriendelijk, maar gold vooral
voor eigen kring, je medegabbers behoorde je met “respect” te behandelen. Eigenlijk alle mensen die ze niet kenden
gingen ze tegenin. Het was ook een sport om zo weinig mogelijk te slapen, ze probeerden constant hun record te verleggen.
Bij de techno trance was het vooral het blowen en het bier was ook erg in trek. Bij club was het meer coke, en er werd ook
veel sterke drank gedronken. Happy hardcore fans kozen vaak voor smart drugs, zoals paddo’s. In november 1988 kwam XTC
op de lijst van verboden harddrugs, wat leidde tot het ontstaan van een zwarte markt en onzekerheid over kwaliteit en samenstelling.
De housecultuur trok vooral homo’s, travestieten en modemensen aan. In seksueel opzicht waren zij heel vrij, daar zorgde
de drugs wel voor. In club was ook een seksueel tolerante sfeer. In tegenstelling tot gabbers, waarbij wel veel koppels waren
maar daar bleef het ook bij. Gabbers kregen vanaf 1995 eigen bladen zoals: Thunderdome en Powerbeat. Ze keken ook vaak samen
naar horrorfilms. Tot de acid house behoorden vooral mensen uit de middenklasse, bij de gabbers kwamen velen juist uit wat
lagere milieus. In alle housevarianten waren blanke Nederlanders zwaar in de meerderheid. In elke stroming waren ook wel donkere
mensen te vinden, zelfs bij de gabbers, hoewel een deel van de gabbers zich toch openlijk Nederlands chauvinistisch en soms
racistisch opstelde. Bij acid house lag de gemiddelde leeftijd boven de achttien. Ze woonden vaak zelfstandig en hadden dus
niet zoveel last van hun ouders. De gabbers waren meestal jonger, voor hen waren er deze problemen met hun ouders dus wel.
Ze hadden vaak door de drugs grote problemen op school en thuis; ze konden vaak niet thuis blijven wonen en trokken van opvangcentrum
naar opvangcentrum.
Toch kijken house liefhebbers positief terug op deze tijd, het was vooral feesten en beesten.
De jaren 90 In de jaren negentig, bereikt een stortvloed
aan informatie de mens, via de uitbreiding van televisiekanalen, de zendtijd en de digitale snelweg, waarop steeds meer mensen
zijn aangesloten. Jongeren maken veel gebruik van deze mogelijkheden en kunnen zo mensen van hun jongeren (sub) cultuur in
binnen- en buitenland nu zeer snel bereiken. In het begin van de jaren negentig, raakt de Acid house op z'n retour, maar
treden er andere housevarianten op, zoals de techno en de Goatrance. Ook komt er een echte Nederlandse, de gabberhouse of
hardcore. Gabbers gaan uit hun dak op super harde en snelle muziek en hebben hun eigen dansvorm, het hakkûh. Verder zijn ze
duidelijk herkenbaar door hun dure Australian (of Cavello) trainingspak, Air Max Nikes, bomberjacks, vaak met vlaggetjes op
de mouw, een baseballpet en een geheel of gedeeltelijk kaalgeschoren hoofd. Gabbers worden vaak agressief afgeschilderd en
in verband met drugs gebracht. Alhoewel lang niet alle gabbers zo zijn. Vanaf circa 1995, groet de populariteit van jungle
in Nederland. Deze housevariant afkomstig uit Londen, combineerde elementen uit de techno en ragga (elektronische reggae)
en is een stuk softer dan gabber, niet alleen qua muziek, maar ook qua sfeer en stijl. Na de eerste housedode in 1993,
stelt burgemeester Thijn van Amsterdam een meldingsplicht in voor houseparty's, zodat er voor meer veiligheid en controle
gezorgd kan worden.
Bronvermelding
Boek: Jong!, Jongerencultuur
en stijl in Nederland 1950-2000. (Redactie: Kitty de Leeuw, Sjouk Hoitsma, Ingrid de Jager, Peter Schonewille.)
Voor de geïnteresseerden in biografieën van popgroepen:
ga naar:
Weet je wat ik nu nog mis?
SKA !!!
Ik weet nog goed dat ik in de tachtiger jaren helemaal
maf was van Madness, Selectar, The Specials en meer van deze bands.
Deze bands behoren tot de 2e golf Skamuziek. Madness was bij mij favoriet oftewel:
"The 2-Tone ska band Madness ".
Ska muziek: "Ja dat is een muziekstijl.", kun je zeggen.
Nou ik vind het SKA-gebeuren wel degelijk op deze
pagina thuishoren, omdat er ook een kledingstijl bij hoort.
Neem "Baggy trousers" van Madness.
In Wikipedia vond ik onderstaande informatie over
SKA.
Er blijken dus 3 golven te bestaan.
In de picture, dan weer uit de picture, maar steeds
weer terugkomend:
Ska volgens Wikipedia:
Ska is een aan het einde van de jaren vijftig op Jamaica opgekomen muziekstijl die gekenmerkt wordt door zeer nadrukkelijke accenten tussen de tellen van een vierkwartsmaat. Ska is opgewekte dansmuziek. Doordat een hoofdrol is weggelegd voor de koperblazers, wordt ska ook wel eens de jazz van Jamaica genoemd.
De iets langzamere afgeleide van ska heet rocksteady. De nog lomere variant is reggae. In Engeland ontstond rond 1980 een Britse variant op het genre, de zogenaamde Two Toneska, die, onder invloed van de punk, aanmerkelijk energieker en sneller was dan zijn Jamaicaanse voorloper
Kenmerken
Het plaatsen van accenten op onbenadrukte delen van een maat, was in stijlen als de rhythm and blues al langer gebruikelijk, maar in de ska gebeurt het veel nadrukkelijker. Diverse instrumenten spelen bijvoorbeeld alleen
maar de accenten. Het pulserende effect dat op die manier ontstaat wordt de ska genoemd en als men deze techniek
met het juiste gevoel toepast, heet dat skanken (een woord dat binnen de ska dezelfde gevoelswaarde heeft als swingen in de jazz-muziek.)
Aanvankelijk werden deze ska-accenten door de blazers gespeeld. Omdat dat vermoeiend is voor de muzikanten werd later steeds
meer gebruikgemaakt van gitaar of toetsen voor het spelen van de ska.
Met een gitaar is het ska-geluid te bereiken door de neerwaartse slag gedempt te spelen of zelfs de snaren niet te beroeren, waarna op de
opwaartse slag het accent wordt gelegd. Mede omdat de hogere tonen als eerste klinken, kenmerkt dit het typische 'ska'-gitaargeluid.
Een verschil met de aan de ska verwante rocksteady is dat in die laatste stijl deze gitaartechniek meestal wordt losgelaten.
Door de slaghand twee keer zo snel te bewegen, waarbij de 'ska' een neerwaartse slag wordt, wordt het mogelijk om met de aansluitende
opwaartse slag een nevenaccent toe te voegen.
One drop
Typerend voor de drumpartij is dat de bassdrum niet zoals bijvoorbeeld in de rhythm and blues, op de eerste en de derde tel wordt gespeeld maar op de tweede en de vierde,
vaak gelijktijdig met de snaredrum. Dit verschijnsel staat bekend als de one drop (het 'wegvallen' van de eerste tel). Skatalites-drummer Lloyd Knibb wordt beschouwd als de pionier van deze drumstijl. Reggaedrummer Carlton Barrett (Bob Marley and the Wailers) was een belangrijke navolger. Hij breidde de stijl uit met syncopische patronen op de snaredrum, die in de skatraditie overigens altijd zeer hoog wordt gestemd, .
Dansen op ska-muziek heet, net als het spelen van die muziek, skanken. De basis van de dans heeft nog het meest
weg van wandelen zonder vooruit te komen, gecombineerd met het melken van een denkbeeldige koe. Deze beweging wordt eventueel
afgewisseld met vernuftig voetenwerk. De bewegingen van het bovenlichaam zijn in de loop der jaren wat bescheidener geworden.
Op filmbeelden uit de jaren zestig ziet men Jamaicanen bijvoorbeeld nog voorovergebogen heen en weer deinen met de armen gestrekt
vooruit. Tegenwoordig skankt men meestal rechtop met de handen vlakbij het lichaam. De groep Madness maakte een variant populair waarin de dansers al skankend een compacte polonaise vormen.
Madness ↓↓↓
Mijn favoriete darter Darryl Fitton alias "The Dazzler
", komt het dartspodium altijd op met Madnessmuziek en maakt dan een apart Skadansje. Op de foto hierboven zou Darryl zo kunnen
stan, hij lijkt veel op de man met de hoed op en de blauwe stropdas op de voorgrond. Zie Darryl's foto hieronder.
Darryl Fitton staat overigens op mijn website over Tattoos op de page : Tatoeages
van bekende mensen.
↑↑ 2007: Darryl Fitton met dochtertje
Danique.
Wortels
Ska vindt zijn oorsprong op Jamaica waar het aan het einde van de jaren vijftig langzaamaan ontstond als variant op de rhythm and blues zoals die destijds in New Orleans werd gespeeld. De muziek van rhythm-and-bluesartiesten als Professor Longhair en Fats Domino was destijds zeer populair op Jamaica. Het publiek maakte kennis met deze klanken door naar de radiostations van New Orleans
te luisteren of door sound systems: mobiele geluidsinstallaties waarmee diskjockeys feestjes opluisterden. Jamaicanen die de muziek zelf begonnen te spelen
legden steeds meer de nadruk op de afterbeat. In de zang en de arrangementen klonk de invloed van Caribische muziekstijlen
als de Jamaicaanse mento en de calypso van Trinidad door. Vanaf het moment dat platenproducer Coxsone Dodd en zijn opnamestudio Studio One in Kingston zich intensief met de muziek gingen bemoeien, groeide de ska uit tot de eerste typisch Jamaicaanse muziekstijl.
Via Jamaïcaanse immigranten kreeg de muziek ook in Engeland voet aan de grond. Guns of Navarone van the Skatalites was de eerste Jamaïcaanse plaat in de Engelse hitparade. In navolging van leden van Jamaïcaanse jeugdbendes, de zogeheten
'rudeboys', maten de Britse skafans zich een gemillimeterd kapsel aan. Ze werden skinheads genoemd - destijds de anti-intellectuele, onder jongeren uit de arbeidersklasse populaire tegenhanger van het hippiedom. Sommige, maar lang niet alle, skinheads ontwikkelden zich gedurende de jaren zeventig tot sympathisanten van ultra-rechtse politiek.
In de loop van de jaren zestig kregen Jamaïcaanse muzikanten kennelijk de behoefte om steeds langzamer te gaan spelen.
Ska ontwikkelde zich hierdoor eerst tot rocksteady, dat jarenlang het favoriete geluid voor tropische zomerhitjes zou blijken,
en later tot het aanvankelijk weer iets snellere, maar later nog lomere reggae.
Two Tone
Rond 1979 beleefde de ska in Engeland een revival onder aanvoering van de band The Specials. Hierdoor brak skamuziek ook op het Europese vasteland door. Spoedig volgden meerdere Britse groepen, zoals The Selecter, The Beat, Bad Manners en Madness, die de ska combineerde met humoristische en soms politieke teksten.
Britse skabands speelden een soort ska die sneller en puntiger klonk dan de Jamaicaanse ska.
De kleding die bij ska hoorde was beïnvloed door de kleding die Jamaicaanse immigranten in Engeland droegen : gleufhoeden
met vaak tweedehandse maar nette herenkleding. Opvallende toevoegingen hieraan, bestonden uit zwart-wit geblokte details,
smalle stropdassen, buttons en puntige schoenen met een lage hak. Het geheel had veel weg van de jaren vijftig look met een
knipoog.
De haardracht voor jongens was, onder invloed van de skinheads van de jaren zestig, over het algemeen gemillimeterd of
kaalgeschoren. Dit teruggrijpen op het skinhead-modebeeld leidde ertoe dat TwoTone-evenementen steeds vaker uitpakten als
verzamelplaats voor een groepering die zich eveneens van het skinhead-imago bediende: jonge rechts-extremisten. Vooral de
band Madness (de enige TwoTonegroep die volledig uit blanke muzikanten bestond) werd in de beginjaren door dergelijke groepen
geclaimd als hun band. Dat deze liefde niet wederzijds was, blijkt al uit het feit dat Madness vernoemd was naar een
nummer van de zwarte muzikant Prince Buster en dat hun eerste single 'The Prince' een eerbetoon aan deze ska-pionier is. Ook het platenlabel TwoTone, dat het centrum
van de ska-revival vormde, had een uitgesproken anti-racistische achtergrond. Het label werd opgericht door Jerry Dammers: een politiek geëngageerde muzikant, die later onder meer bekend werd als de schrijver van het nummer 'Free Nelson Mandela' en als organisator van 'Rock Against Racism'-evenementen. Toch bleven agressieve rechts-extremisten aansluiting zoeken bij
de ska-rage. Hun aanwezigheid bij optredens leidde regelmatig tot ongeregeldheden en was daarmee naast de veranderende tijdgeest
(verzakelijking ) een van de oorzaken van de neergang van de moderne ska.
In Nederland werd TwoToneska gespeeld door de Britse zanger Mark Foggo, die in 1980 een hit had met New Shoes. In de tijd na de TwoTone-rage kwam in Nederland de groep Doe Maar op. Ze verwerkten onder meer ska- en andere Jamaïcaanse invloeden in hun muziek.
Na 1982 was de TwoTone-rage grotendeels voorbij. De bands ontwikkelden zich in andere richtingen, gingen uit elkaar of
leefden voort buiten het blikveld van het grote publiek.
Op Kink FM heeft Doctor Ska (Hans Plakke) al sinds 1998 een eigen ska-show.
Derde golf
De ska-revival van de jaren negentig beperkte zich tot vooral de VS. Groepen als Rancid en de Mighty Mighty Bosstones vermengden ska met stevige rockmuziek (vaak punkrock). Evenals de TwoTone-periode gaat het om een rage waarvoor het grote
publiek al snel zijn belangstelling verloor, maar die ertoe leidde dat een nieuwe generatie luisteraars kennismaakte met ska.
Het bestaan van ska als subcultuur was hiermee wederom voor jaren verzekerd.
Anno 2004 bestaan overal in de westerse wereld, natuurlijk in het Caribisch Gebied en zelfs in Japan talrijke skabands,
of bands die in hun biografie laten weten dat ze door deze muziekstroming zijn beïnvloed
Grote ska-hits
- Simmer Down - Bob Marley and the Wailers (begeleid door the Skatalites). Het succes van dit nummer betekende de doorbraak van ska op Jamaïca.
- Guns of Navarone - The Skatalites. De eerste ska-hit in het Verenigd Koninkrijk.
- Al Capone en Dance Cleopatra dance - Prince Buster (het thema uit het eerste nummer werd later uitgebreid geciteerd in Gangsters van The Specials, de tweede ska-hit
in Nederland .)
- One step beyond - Prince Buster (later opnieuw populair gemaakt door Madness.)
- A Message to you Rudy - Dandy Livingston (later opnieuw tot hit gemaakt door The Specials (feat. Rico)). (Strikt genomen is dit een voorbeeld van rocksteady, maar in de tijd van The Specials werd dat onderscheid
nauwelijks gemaakt.)
|